Prague

Soloreis naar het prachtige Praag - Deel 2 (slot)

Vervolg op Deel 1

Dag 3, 25-10-24: Centrum Praag

De volgende ochtend sta ik vroeg op. Ondanks dat ik met een aantal wildvreemden op een slaapzaal sliep, heb ik de hele nacht goed door kunnen slapen. Eenmaal beneden, reken ik voor een klein bedrag het ontbijtbuffet af en neem plaats aan de zijkant van het restaurant. Naast mij, aan een ander tafeltje, zit een man van in de veertig rustig van zijn ontbijtje te genieten. We raken in gesprek en hij vertelt me dat hij een Amerikaanse “middleschool teacher” uit de Verenigde Staten is. Het is zeker niet zijn eerste keer in Europa en ook Praag kent hij inmiddels al wat beter. Voor zijn twee zonen, van elf en dertien jaar oud, die nog op hun kamer liggen te slapen, is dat het echter wel. Thuis zijn, zijn drie andere kinderen en vrouw achtergebleven. Samen met zijn twee oudste zoons is hij nu volop musea en historische gebouwen en kerken aan het bezoeken in de Tsjechische hoofdstad. Een leerzame en cultuurrijke vakantie dus. Hij vertelt me dat hij al vroeg wakker was en terwijl zijn zonen nog heerlijk in dromenland waren is hij in zijn eentje de zonsopkomst gaan aanschouwen op de Karlsbrücke. Hij raadde me aan, om dit ook eens te doen. In alle vroegte, nog voor de massa’s toeristen ontwaken terug naar het centrum te gaan en te genieten van deze zeldzame rust in Praag. We wisselen nog wat ideeën uit en genieten van ons uitstekend verzorgde ontbijtje, voordat hij mij gedag zegt en teruggaat naar het hotel om te zien of zijn kinderen inmiddels al wakker zijn.
Na het ontbijt trek ik weer terug naar het centrum. Graag was ik met Lisanne naar Praag gegaan, dit ging helaas niet door, maar omdat dit echt een uitje voor haar zou zijn geweest was mijn eerste activiteit van vandaag een bezoekje aan het ‘Museum of fantastic illusions.’
Ik was met recht weer een illusie armer. Ik verwachtte een soort Alice in Wonderland wereld vol gezichtsbedrog, want dit werd beloofd op hun website. In werkelijkheid was dit kleine museum in een winkelcentrum midden in Praag. Het zou vooral leuk zijnals je er met je gezin of partner zou lopen. Vrijwel elke illusie had je, je telefoon en een tweede persoon voor nodig om te kunnen ervaren. De stukjes tekst aan informatie, op kleine bordjes op de muur, was ook niet bijster interessant. Ik weet zeker, dat ik met iemand anders erbij mezelf hier echt wel weer even kind had kunnen voelen en mezelf hier had kunnen vermaken, maar voor nu was het vooral een desillusie. Nadat ik toch nog even een veel te dure foto heb laten maken en heb laten afdrukken op een kalender besloot ik om toch maar weer richting de uitgang te gaan.

Omdat mijn moeder die zondag jarig zou zijn, en ik dan nog niet thuis zou zijn, besloot ik eerst maar eens de jacht op een verjaardagscadeautje te openen. Op tip van de jongen aan de balie bij mijn hostel vertrok ik met de tram naar een veel te druk overdekt winkelcentrum. De jongen moet mij verkeerd begrepen toen ik vroeg om een plek voor een verjaardagscadeautje voor mijn moeder. Ja, hier kon je alles vinden. Duizenden verschillende soorten sierraden en luchtjes, maar ik wilde iets unieks en persoonlijks, iets echt van hier, voor haar mee naar huis nemen. En dus vertrok ik weer terug met de tram richting het centrum, om daar met uitzicht op de Karlsbrücke en Prague Castle een broodje te eten en niet veel later toch maar weer terug naar mijn tijdelijk huis te vertrekken.

Omdat de hoofdpijn en verkoudheid deze avond de overhand nemen, besluit ik met het avondeten op de bonnefooi de straat uit te lopen en het eerste, het beste eetcafé binnen te lopen voor een snelle hap, want ik moet toch wat eten. Dit had ik beter niet kunnen doen. Na de meest vieze, vette schnitzel met wat kleffe aardappels in een ongezellig, druk en veel te warm café keer ik snel terug naar mijn hostel om opnieuw vroeg mijn bed in te duiken.

Uitzicht op de Karlsbrücke en Prague Castle

Dag 4, 26-10-24: Prague Castle en een nieuwe vriendin

Door het vroege naar bed gaan, sta ik de volgende ochtend al rond zes uur klaarwakker langs mijn bed. Ik besluit een vroege ochtendwandeling door de stad te maken. Praag slaapt nog en het is heerlijk rustgevend met het weinige verkeer en toeristen. Eenmaal terug fris ik mezelf op, neem een snel ontbijt en pak de tram naar Prague Castle.
Als ik de tram uitstap volg ik de stroom toeristen richting het imposante kasteel dat al hoog boven mij uittorent. Ik bewonder de binnenplaats met indrukwekkende kasteelmuren, beelden en in het midden een grote fontein. Nadat ik een indrukwekkend aantal foto’s heb gemaakt en een Aziatische vrouw van mijn leeftijd aan een foto herinnering van haarzelf heb geholpen, loop ik verder, richting de kaartverkoop. De vriendelijke vrouw aan de balie waarschuwt mij dat de deuren pas vanaf twaalf uur geopend zijn, wat nog zeker twee uur gaat duren. Ik besluit hier niet op te wachten, want er is nog zo veel meer te doen en te zien en zo veel tijd hier heb ik niet meer. Ik stap op de tram terug, richting het centrum.

Twee haltes voor het centrum besluit ik om uit te stappen en het laatste stukje te gaan lopen. Vanaf één van de vele bruggen hier, heb ik een perfect uitzicht over de grachten en de mooie gebouwen aan de rand van de stad. Na wat foto’s loop ik door langs een indrukwekkend concertgebouw, richting het Staromêstské námêsti, het grootste plein van Praag. Ik vergaap me aan opnieuw de mooie gebouwen en indrukwekkende beelden. De etensgeuren komen mij te gemoed als ik richting een aantal houten kraampjes loop. De carnivoor komt hier zeker aan zijn trekken, want er wordt hier midden op het plein vlees in overvloed gebakken op grote barbecues en open vuren. Verderop zie ik een grote groep mensen, allemaal met een fiets aan de hand. Ik hoef hun Nederlandse gids niet eens te horen om te weten dat dit Nederlanders zijn. Ik kom langs het startpunt van de Halloween rondleiding door Praag, die ik al zo graag had willen doen. Een rondleiding met een verklede gids, langs kerkhoven en door het ondergrondse gangenstelsel. Helaas gooide tot nog toe mijn gezondheid roet in het eten. Misschien vanavond een nieuwe kans?
Ik loop een willekeurig zijstraatje van het plein in en beland bij een klein, gezellig bakkerijtje, waar ik een broodje met warme chocolademelk bestel. Ook hier ontkom ik niet aan een aantal Nederlandse stemmen om me heen. Ik maak kort een praatje met het Nederlandse stel, aan het tafeltje naast me en vervolg vervolgens mijn zoektocht naar het perfecte verjaardagscadeau, die ik de dag ervoor gestaakt had.
Lang hoef ik daar niet voor te lopen. Schuin tegenover de bakkerij ontdek ik een klein winkeltje vol met houdsnijwerk. Een oudere dame staat achter de balie en achter in de hoek is een vrouw van een jaar of twintig druk bezig met wat plankjes hout. Overal om me heen, zie ik handgemaakte houten knutselwerkjes. De ene nog groter, mooier en indrukwekkender dan de ander. Soms beschilderd, soms onbeschilderd. Ik denk dat ik wel bijna een half uur in dit winkeltje heb rondgekeken, totdat ik mijn uiteindelijke keuze maak. Eigenlijk zocht ik iets met een kikker, omdat mijn moeder daar zo gek op is en de tuin vol staat met kikkerbeeldjes. Helaas is dat het enige ontwerp wat ze niet hebben. Ik laat uiteindelijk mijn oog vallen op een grote boom met twee verliefde uilen erin. Ik moet gelijk aan mijn moeder en Ruud denken. Zelfs hun katje Luna is vertegenwoordigd, getuigen van het oranje katje dat onderaan de boom staat. Perfect!
Ik reken af bij de oudere vrouw en laat het met zorg inpakken, voor ik nog een laatste keer voor de stad doorkruis, om een tram te zoeken, die mij naar het hostel brengt.
Het is al laat in de middag, als ik daar aankom. Ik loop mijn kamer binnen, ligt daar opeens een vreemde vrouw op het bed naast het mijne en boven die van Michele te slapen.

Ik speel wat op mijn telefoon, lees een Donald Duck en bedenk me wat ik vanavond ga eten, als ik opeens een teken van leven naast mij hoor. Naast me staat opeens een volslanke, gezellige, kleurrijke vrouw van mijn leeftijd. Van haar roze geverfde haar en aanstekelijke lach kan je alleen maar vrolijk worden. Ze steekt gelijk een hand uit en verontschuldigt zich dat ze zo duf was. Is ze na een tien uur durende reis eindelijk in Praag aangekomen, is het eerste wat ze doet op bed neerploffen. We raken al snel in gesprek. Ze blijkt een nog grotere spraakwaterval te zijn dan mij. Ze is een geboren Canadese, maar woont nu in Zweden, waar ze werkt als docent op een middelbare school. Nou dan heb je mij natuurlijk al gelijk. Mijn droomland, Zweden! Ze vertelt dat ze Patricia heet, wat ik een bijzonder Nederlandse naam vind voor iemand die uit Canada komt en in Zweden woont. Voordat ik de vraag kan stellen, legt ze me uit dat haar vader in Utrecht geboren en opgegroeid is. Ik vertel haar dat ik ook in Utrecht ben geboren en blij vraag ik in mijn beste Engels terug: “so from now on we can speak Dutch?” Tot haar grote spijt had haar vader het vroeger altijd te druk om haar Nederlands te leren, hoe hard ze ook smeekte. Ze overtuigd mij dat mijn Engels veel beter is dan haar Nederlands. Na een gesprek wat zeker een drie kwartier duurt, nemen we afscheid van elkaar en gaan ieder onze eigen weg.
Ik vind een typisch Tsjechisch restaurantje wat zich grotendeels onder de grond bevindt, wat verder op in de wijk. De eigenaar wil of kan mij niet in het Engels te woord staan en ik betwijfel of dat in het Nederlands beter gaat, dus roept hij zijn vrouw erbij. Het is zaterdagavond, dus eigenlijk zitten ze behoorlijk vol geboekt, maar als ik voor zeven uur weg ben, moet dat net lukken.
Aan het tafeltje tegenover me zitten twee oudere mannen druk en stoer pratend, de ene pul bier na de andere te bestellen. Ook al versta ik er niks van, het is voor mij entertainment genoeg. In de verte klinkt livemuziek, maar ik heb geen idee waar dit vandaan komt. Als ik uiteindelijk afgerekend heb en vertrek, kom ik hier toch nog achter. Een man met grote koffers gitaren, drums en versterkers, gaat mij voor naar buiten. Blijkbaar stond er buiten mijn zicht een klein bandje te spelen aan de andere kant van het gebouw, welke veel groter blijkt dan alleen het restaurant gedeelte waar ik zat. Jammer, als ik dat had geweten, was ik misschien nog wel even doorgelopen naar het cafégedeelte.

Die avond zit ik net met mijn zoveelste kop thee met honing in het woongedeelte van het hostel als Patricia, compleet in Halloween kostuum langs komt gelopen. Ze nodigt zichzelf uit om met mij een bakkie en ik gebaar dat ze er gezellig bij mag komen zitten. Ze vertelt hoe ze tijdens het eten een groep twintigers tegen het lijf was gelopen, die haar hadden uitgenodigd om een drankje in de stad te doen. Eigenlijk heeft ze er totaal geen zin in en wilt ze gewoon haar bed in. Ze klaagt wat over dat ze hier misschien toch te oud voor wordt. Dat onze kamergenoten jonger zijn dan sommige oud-leerlingen van haar die al afgestudeerd zijn. Na een tweede drankje besluit ze toch uiteindelijk maar te gaan, al is het maar voor een half uurtje.
Ook nu ga ik weer vroeg richting mijn bed. Ik lig wat te woelen en te snotteren in mijn bed, totdat Michele mij er op aanspreekt. Hij brengt zijn baan als dokter in het ziekenhuis in Brussel weer ter sprake en hij heeft wel wat voor mij, waardoor ik in ieder geval een goede nachtrust kan hebben. Het is een soort van paracetamol in poedervorm, die ze in het ziekenhuis vaak geven aan mensen die niet goed kunnen slikken. Hij geeft me instructies dat ik het moet oplossen in warm water en als thee moet opdrinken. Het smaakt naar Sinasappelthee en is veel minder erg dan ik mij had voorgesteld. Bovendien is het ideaal voor mij, iemand die het toch al erg lastig vindt om een pil in één keer te moeten innemen. Eenmaal boven, val ik al snel in een hele diepe slaap.

Dag 5, 27-10-24: Weer naar huis

Wanneer ik de volgende ochtend opnieuw vroeg naast mijn bed sta, voel ik me stukken beter. Het medicijn van Michele en de diepe, rustige slaap heeft mij duidelijk goed gedaan. Nu ik me alweer wat beter voel heb ik echt zin in deze dag, alleen wel jammer dat het alweer mijn laatste in Praag zal zijn. Op onze slaapzaal bedank ik Michele duizend keer voor de goede nachtrust en praat ik nog wat bij met Patricia. Er is hier nog zo veel te doen en zo weinig tijd. Dus wissel ik ideeën uit met haar. Ze komt met een heel lijstje, dat ze zelf graag zou willen afwerken, alleen zijn de meesten onhaalbaar, omdat ze werkelijk heel Tsjechië door wil reizen vanuit het hostel in Praag en ik zelf vanavond rond zes uur alweer op de trein moet stappen.
Eenmaal beneden werk ik snel een ontbijt weg, bel mijn moeder om haar te feliciteren met haar verjaardag en bij het uitchecken vraag ik de vrouw aan de balie gelijk voor wat tips op mijn laatste dag. Ze komt met de suggestie voor een ontspannen boottochtje door Praag.

Wanneer ik de tram uitstap aan de andere kant van het centrum, loop ik langs de meest prachtige kerken en gebouwen richting de haven, waar alle rondvaartboten liggen. Eenmaal daar aangekomen heb ik al minstens honderd foto’s gemaakt van al het moois wat ik onderweg ben tegen gekomen. Eenmaal bij de haven loop ik een smal trappetje af naar beneden, waar al een aantal rondvaartboten liggen. De informatie die op de website stond en ik in het hostel kreeg, kloppen niet helemaal, want ik moet nog zeker een uur wachten op de eerstvolgende tocht. Ik slenter wat door de haven en maak nog wat foto’s van het mooie uitzicht over de stad, gehuld in een dun laagje mist. De kade stroomt ondertussen vol met toeristen. Het is erg onduidelijk, waar ik ergens tickets voor de rondvaart kan kopen en van de norse Tsjechische medewerkers word ik ook niet veel wijzer. Ondertussen stroomt de boot zo erg vol met toeristen, dat ik het al wel gezien heb en ik besluit om toch maar gewoon zelf verder op ontdekking te gaan. In plaats van de tram te pakken besluit ik richting het centrum te wandelen, want het is prima weer en bovendien niet zo heel ver lopen.
Een laatste wandeling door Praag. Ik koop nog een laatste Trdelnik, eentje met aardbeien en softijs deze keer. Hij smaakt me nog beter dan die van chocolade aan het begin van mijn reis, maar dit kan ook komen, doordat ik me nu eindelijk wat beter ben gaan voelen.

Ik ga terug naar het hostel, bestel een laatste kop thee en haal mijn bagage uit mijn kluisjes. Als laatste bedank ik het personeel en laat mijn laatste Tsjechische geld achter als fooi, want dat hebben ze zeker wel verdiend. Een laatste wandeling door de straten van mijn tijdelijke thuis van de afgelopen dagen brengt mij binnen enkele minuten bij de metro, die niet blijkt te rijden. Er zijn wel vervangende bussen. Voor ik de bus instap, vraag ik nog één keer voor de zekerheid of deze echt de goede kant op gaat. Volgens de vrouw wie ik het vraag wel, want zij moet dezelfde kant op. Halverwege kom ik erachter dat de bus echter niet naar het station rijdt, maar de andere kant op. Bij de eerste halte stap ik uit. Ik ben niet de enige. De vrouw aan wie ik het gevraagd heb stapt ook uit. Zo snel als ik kan, met mijn zware tassen loop ik terug naar de halte, zo’n honderd meter terug aan de andere kant van de weg langs dit afgelegen industrieterrein. Enkele meters achter mij zie ik de vrouw hetzelfde doen. Dat is echt weer iets voor mij. In de verkeerde bus. Uiteindelijk zit ik, net als de vrouw, toch in de bus richting het station.

Terwijl ik op het station naar de informatieborden aan het kijken ben, hoor ik om me heen heel wat Nederlandse stemmen. Ik raak in gesprek met een vrouw van rond de twintig, die samen met haar vader dezelfde stedentrip als ik gemaakt heeft. Nadat we er uit zijn vanaf welk perron de trein naar Nederland vertrekt, zeggen we elkaar gedag en goede reis. Ik heb nog behoorlijk wat tijd over, dus besluit ik nog wat inkopen en een snelle hap bij de Burger King te doen.
De terugreis zit ik niet zo ruim en comfortabel als de heenweg. Achteraf is dus gebleken, dat ik een gratis upgrade had op de heenweg. Nu zit ik met vijf anderen op een standaard, harde treinstoel. Uiteindelijk wint de vermoeidheid het van het gebrek aan comfort en dommel ik zo nu en dan toch weg. Om half vijf in de ochtend kom ik aan op een zo goed als verlaten station Deventer. Nadat ik het station verlaten heb stap ik slaperig in bij mijn moeder en Ruud op de achterbank van de opeens wel heel comfortabele auto. De verhalen komen later wel. Eerst heerlijk dromen over een betoverende stad in Halloween stemming. Met zijn mooie gebouwen, maar ook heel veel toeristen. Ik had nog zo veel meer willen doen, wat er door mijn fitheid helaas niet van gekomen is, maar des te meer een reden om ooit nog eens terug te keren naar het prachtige Praag.

Praag

Soloreis naar het prachtige Praag - Deel 1

Dag 1, 23-10-24: Harderwijk-Deventer

Het is woensdagavond iets na half elf, als we over de A1 afrit Deventer naderen. Vanaf de achterbank blijf ik voluit kletsen tegen mijn moeder, die naast Ruud op de bijrijdersstoel zit. Niet omdat ik zo veel te vertellen heb, maar meer in de hoop wat van de spanningen, die al de hele dag door mijn lijf gieren, te verliezen. Ik klaag wat over mijn opkomende keelpijn. “Ik hoop toch echt niet dat ik ziek begin te worden.” Waarop mijn moeder laconiek reageert met “ach nee, joh, dat komt allemaal wel goed.” Vervolgens stopt ze me een zak vol met keelsnoepjes toe, die ik gretig in mijn tas stop.

Als we Deventer binnenrijden, help ik Ruud rustig door de stad die ik zo goed ken heen te navigeren. Iets na elven parkeert Ruud de auto op een bijna leeg parkeerterrein bij het station. Mijn reis begint nu echt.

Dag 2, 24-10-24: Deventer-Praag 

Het is inmiddels alweer na middernacht en er is nog steeds geen trein te bekennen. Hij zou al om tien voor twaalf aan moeten komen, maar de trein heeft ruim een half uur vertraging. Op enkele mensen na, ziet het station er donker en verlaten uit. Twee meter van mij vandaan staat een jonge vrouw met een koptelefoon op. Verderop komen net twee wat oudere dames met grote koffers op wieltjes de lift naar het perron uitgelopen. Terwijl ze steeds dichterbij komen, hoor ik ze druk in discussie. Zijn ze hier wel goed? Hoe veel vertraging had de trein, nou? Dit kan niet missen. Ook zij moeten met de European Sleeper, richting Duitsland en Tsjechië mee. “U moet ook mee met de trein naar Berlijn en Praag?” vraag ik de twee vrouwen. De linker reageert direct, bijna verbaasd dat ik haar zomaar aanspreek. “Ja, klopt, naar Praag. Is dit het juiste perron?” Ik antwoord kort met “ja, ik moet zelf ook naar Praag namelijk, hij is alleen vertraagd met vijfentwintig minuten.” De vrouw antwoord nog even snel, “Ja, dat weten we, het is inmiddels al 35 minuten.” Redelijk kortaf word ik bedankt en met haar vriendin, zwijgend naast haar, loopt ze verder. Op zoek naar een bankje, om op te kunnen zitten.

Het is al rond half één ’s nachts als ik, met wat hulp van een jonge, Vlaamse conductrice, de juiste trein instap. Het is een hokje met zes zitplaatsen, welke al volledig in gebruik worden genomen door twee horizontaal slapende vrouwen. Onzeker maak ik de vrouw op het linker bankje wakker. Met een slaperige blik, kijkt ze me aan alsof ik d’r zojuist gevraagd heb of ze boven op de trein wil gaan zitten. Wanneer ze begint te praten, zakt de moed mij nog meer in de schoenen. Fijn, dat heb ik weer, een Duitser. In het half Engels, half Duits, volgt een korte discussie dat de stoel aan het raam, mijn gereserveerde stoel is. De andere vrouw blijft tegenover ons, nietsvermoedend, doorslapen.

De reis gaat, zoals altijd op de heenweg, erg traag. De stoelen zitten prima en ik heb zeker geen spijt dat ik niet voor een meerprijs een luxere, of zelfs slaapplek heb gereserveerd. Dit gaat prima. Af en toe dommel ik zelfs weg. Station Bad Bentheim, net over de grens in Duitsland is onze eerste tussenstop. In verband met een controle van de Duitse douane, blijven we hier ruim een half uur stilstaan, er lijkt geen einde aan te komen! Maar uiteindelijk vervolgen we toch weer onze reis.
Vroeg in de ochtend komen we, na nog eens enkele tussenstops aan in Berlijn. De twee Duitse dames verlaten de wagon en tot mijn verrassing blijven de stoelen leeg. Een privé cabine, voor mij alleen! Dat slaapt toch rustiger. Langzaam vallen mijn ogen dicht en val ik eindelijk echt in slaap.

Het is elf uur in de ochtend als de trein hobbelend Praag binnenrijdt. Ondanks dat ik toch nog een paar uurtjes heb kunnen slapen, ben ik toch al sinds we de Duits-Tsjechische grens zijn gepasseerd al wakker. Ik stap de trein uit, het perron af en ik stap direct in een grote stationshal. Ik volg de grote menigte en let vooral op de bordjes die de uitgang of de metro aangeven. Toch ontkom ik er niet aan om bij de service balie te vragen waar ik de metro kan vinden en waar ik kaartjes kan kopen. De vriendelijke man aan de balie wijst me in vloeiend Engels de juiste weg. Ik loop uiteindelijk door de schuifdeuren naar buiten. Mijn eerste stappen in Praag. Ik kom er al snel achter dat ik weer terug naar binnen moet en inderdaad als ik weer de grote hal vol met restaurantjes en winkeltjes binnenstap vind ik het loket voor de metro. Ik koop voor omgerekend nog geen tien euro een kaartje waarmee ik 72 uur lang onbeperkt de bus, tram en metro binnen Praag kan nemen. Ik loop de trap af en heel diep onder de grond staat de metro, die mij in nog geen kwartier naar station I.P. Pavlova in Praag 2 brengt, klaar. Daar, waar ik de komende vier dagen zal verblijven.

Bron: www.europeansleeper.com

Ondanks de hulp van Google Maps, is het toch nog even zoeken. Met mijn sporttas vol met kleding op mijn schouder, cameratas op mijn rug en handbagage in mijn hand loop ik als een menselijke pakezel via de drukke hoofdweg een wat rustiger, smaller straatje in. Ruud had mij al van tevoren gewaarschuwd om geen koffer met wieltjes mee te nemen. Het is misschien wat zwaar, die tas om mijn schouders, maar achteraf ben ik daar wel blij om. De hoofdwegen vallen nog wel mee, maar deze klinkerstraatjes en trottoirs met schots en scheve stoeptegels zijn niet erg geschikt voor goedkope, plastic wieltjes.
Na een kwartiertje lopen en zoeken loop ik de heuvel af, een smal zijstraatje in en zie ik aan mijn rechterkant een deur met daarboven een bescheiden bord met “Sophie’s Hostel.” Ik doe de deur open en loop een klein trappetje van vier treden naar beneden. Het hostel ziet er erg mooi en gezellig uit. Tegen de muren aan staan knusse bankjes en de ruimte is verder gevuld met kleine, viekante tafeltjes met stoeltjes. Het hostel heeft flink uitgepakt voor Halloween en is rijkelijk, maar niet overdreven, versierd met (nep) pompoenen, spinnen en andere griezelige versieringen. Ik word direct begroet door een Tsjechische vrouw die mij, opnieuw in vloeiend Engels, uitlegt dat ik pas na drie uur ’s middags kan inchecken. Ik kijk op de klok, welke iets over half 12 aangeeft. Ik kan mijn spullen achterlaten in de ‘lockage room’ en voor honderd Tsjechische kroon (ongeveer vijf euro) borg krijg ik een slotje om de kisten, die mij nog het meest doen denken aan een hondenbench, af te sluiten. Uiteraard neem ik mijn cameratas wel mee, als ik niet veel later weer het hostel uitstap. Het is tijd om Praag te gaan ontdekken.

Met nog geen tien minuten heeft de halfvolle tram mij in hartje centrum gebracht. Ik had de wandeling van twintig minuten kunnen wagen, maar aangezien ik niet helemaal fit ben is dit een ideale manier om je in deze oude Oost-Europese stad te verplaatsen. Terwijl ik door de smalle straten wandel, zie ik het ene na het andere schitterende bouwwerk boven mij uit torenen. Naar mate ik dieper het centrum in loop, word het wel steeds drukker en drukker. Na een tijdje bereik ik het absolute centrale punt van Praag, de Karlsbrücke (Tsjechisch: Karlův Most, Nederlands: Karelsbrug). Deze brug heeft een Duitse naam, niet zo vreemd als je bedenkt dat deze gebouwd is in opdracht van Karel IV; koning van Duitsland, Bohemen en later koning van Italië en keizer van het Romeinse rijk. In 1357 legde koning Karel IV zelf de eerste steen voor de brug die de een paar jaar eerder ingestorte Judithbrug moest gaan vervangen. Hij werd in het begin ‘De stenen brug’ genoemd, maar vanaf 1870 werd deze vernoemd naar zijn grondlegger en omgedoopt tot ‘Karlsbrücke.’
Voordat ik de indrukwekkende brug verder ga verkennen, bestel ik eerst een Trdelnik met brownies ijs, bij een klein winkeltje, in een aangrenzend steegje. Overal in het straatbeeld zie je, met name toeristen, lopen met dit typische Tsjechische lekkernij. Deze grote, gesuikerde rol bladerdeeg wordt vaak gebakken boven een open vuur. Je kan hem in verschillende varianten krijgen; gevuld met ijs in verschillende smaken en soms gedecoreerd met fruit, slagroom of chocolade. Eén ding is zeker: hier na hoef je niet meer te lunchen. Ook ik deed een dappere poging om hem helemaal in mijn eentje op te krijgen, al had ik achteraf misschien beter voor de kindervariant kunnen gaan. Dat neemt niet weg dat dit wel erg lekker is en ik me voor neem om voordat ik weer naar huis ga nog een andere variant te bestellen. Met mijn trdelnik in de hand loop ik recht op de Karlsbrücke af. Naast me zie ik een museum in één van de vele monumentale panden hier, achter mij een grote kerk en als ik naar voren kijk, kijk ik uit over de rivier. Enkele rondvaartboten, vol met toeristen varen langs. In de verte torent een schitterend, indrukwekkend kasteel, hoog boven Praag uit. Ik neem plaats op een bankje aan de voet van het grote standbeeld van Johannes van Nepomuk. Misschien wel het bekendste standbeeld van Praag. Het aanraken van de sokkel van dit beeld zou geluk en voorspoed brengen.
Johannes van Nepomuk was een belangrijke pastoor en predikant in Praag in de veertiende eeuw, die erg geliefd was onder het volk, maar minder onder de gezaghebbers van die tijd. Op 20 maart 1393 werd Johannes tijdens onderhandelingen tussen Kerk en Hof gearresteerd. Diezelfde nacht werd hij afschuwelijk gefolterd en vanaf de Karlsbrücke, in het water gegooid en is hij verdronken.
Ik loop richting de brug, waar deze hele stad om draait. Lang was dit de enige verbindende factor tussen de twee delen van Praag. Tegenwoordig zijn er veel meer overgangen over de rivier de Moldau, die Praag in tweeën splitst, maar nog steeds heeft deze brug een prominente rol in het dagelijks leven van Praag. Op en rondom de brug begint het inmiddels aardig vol te stromen met toeristen. Op de brug staat een straatmuzikant gepassioneerd op zijn ijzeren schalen te tikken. Een paar meter verder op tekent een cartoonist een karikatuur van een jongetje van amper twaalf jaar. Zijn moeder staat, op gepaste afstand, er trots naar te kijken. Na een tijdje me te vergapen aan de straatartiesten, heb ik het hier wel even gezien. Ik stap de drukke brug weer af en besluit de dichtstbijzijnde tram te pakken naar mijn thuis voor de komende dagen.

Eenmaal terug in Sophies Hostel is het nog zo’n tien minuten wachten voor ik eindelijk mijn slaapplek kan bekijken, maar op de uitnodigende bankjes en met een verse kop thee met honing tegen mijn verkoudheid is dat niet heel erg.
Als ik aan de beurt ben kan ik na het krijgen van mijn keycard direct naar de tweede verdieping, waar mijn slaapzaal zich bevind. Wanneer ik de deur open zie ik vijf stapelbedden met onder elk onderste bed twee grote houten kisten, welke met het hangslot die ik eerder vanochtend al bij de receptie heb gekregen af te sluiten zijn. Ideaal om mijn camera en toebehoren in op te bergen. Nadat ik mijzelf zorgvuldig geïnstalleerd heb, sluit ik de slaapzaal af en loop ik naar het einde van de gang, waar zich twee badkamers bevinden. Zo midden op de dag is uiteraard niemand aanwezig, dus ik besluit de grootste van de twee te nemen. De luxe regendouche in deze ruim op gezette badkamer doet wonderen en met hernieuwde energie loop ik terug naar de slaapzaal. Als ik binnenstap, blijkt er al een man van mijn leeftijd op het bed schuin achter het mijne te zitten.

Het is een licht getinte man van ongeveer mijn leeftijd met een ietwat warrig, pikzwart kapsel en stijlvolle kleding, die eigenlijk een beetje uit de toon vallen in de slaapzaal van dit low-budget hostel vol met Amerikaanse studenten en jongvolwassenen. Hij stelt zich netjes voor als Michele en ik beantwoord zijn uitgestoken hand met de mijne. Hij vertelt dat hij oorspronkelijk uit Italië komt, maar in het ziekenhuis in Brussel als dokter werkt. Na een beleeft praatje kijk ik eens op mijn telefoon. Het is pas half zes, maar toch begin ik trek te krijgen, na zo'n lange dag. We nemen afscheid en ik loop naar beneden en naar buiten, op zoek naar het restaurant dat ik eerder al via Google had gevonden.
De verkoudheid waarmee ik al sinds de treinreis te maken had, wordt steeds heftiger en dus besluit ik toch maar weer de tram te pakken. Na een ritje van zo’n vijf a tien minuten met de tram en 5 minuten lopen kom ik terecht bij Yori, een gezellig en knus Thais restaurant, randje centrum. Zoals zo veel gebouwen hier ligt deze net een meter onder straatniveau. Ik stap het smalle, steile trappetje af en word in vloeiend Engels begroet door een jonge, Aziatische gastvrouw die mij naar mijn tafeltje brengt. Ik bestel, heel veilig, de kip teriyaki. Als opvallend snel mijn eten voor me staat, val ik gelijk aan. Dit moet wel de lekkerste kip zijn die ik ooit gegeten heb. Misschien ligt het aan de lange reis en mijn trek, of het is gewoon heel erg goed bereid, maar ik eet nog net niet mijn bord er bij op. Even snel als dat ik mijn eten voor me kreeg, is mijn lege bord alweer opgehaald. Ik betaal de rekening, welke naar Nederlandse maatstaven erg meevalt, en laat een fooi achter voor de uitstekende bediening.

Het is buiten inmiddels pikkedonker en de vermoeidheid slaat nu toch al aardig toe. Toch besluit ik de terugweg te gaan wandelen. De wandeling doet me erg goed en onderweg geniet ik erg van alles wat ik tegenkom. Van een Mary Poppins beeld dat in het donker, lijkt te zweven in de lucht tot de oude gebouwen en straatjes.
Eenmaal terug in het hostel bestel ik nog een kopje thee in de gezamenlijke woonkamer en vertrek niet veel later naar de slaapzaal. Hier kom ik, naast Michele, nog wat kamergenoten tegen; een jong Frans stelletje die alleen maar oog voor elkaar lijken te hebben en enkele Amerikaanse tieners en twintigers. Ik had vanavond nog zo veel willen doen. Michele nodigt me nog uit voor een drankje in de stad, maar tot mijn spijt moet ik deze helaas afslaan. De tank is echt leeg en dus val ik al vroeg in een diepe slaap.

Mary Poppins in de straten van Praag

WORDT VERVOLGD...

download

Wedstrijdverslagen KV Hellas '63

Regelmatig schrijf ik wedstrijdverslagen voor korfbalvereniging Hellas '63 uit Nunspeet waar ik zelf ook speel en jeugdtrainer ben. Omdat dit er te veel zijn om voor elk verslag een apart artikel te plaatsen zal ik in dit artikel regelmatig de lijst met wedstrijdverslagen aanvullen!

27 november 2023 - D1 neemt revange in Zwolle
13 november 2023 - Hellas drie(m)team strijdend tot het eind
22 maart 2023 - Hellas Drie(m)team speelt aller eerste wedstrijd in sporthal De Wiltsangh
18 februari 2023 - D1 dendert in tweede helft over DOS Kampen heen
21 december 2022 - Drie(m)team wint spektakelstuk op late dinsdagavond in Kampen
11 december 2022 - D1 wint in spannende wedstrijd van DOS Kampen D2
4 september 2022 - Gezellig driekamp D1 groot succes
19 juni 2022 - Hellas '63 2 kampioen!
18 maart 2022 - C2 wint korfbalgevecht tegen Exakwa
28 november 2021 - Spannende wedstrijd Hellas Drie(m)team levert geen winnaar op
5 september 2021 - C2 wint ook 2e oefenwedstrijd met ruime cijfers
31 augustus 2021 - C2 wint 1e oefenwedstrijd overtuigend van Unitas C4
29 juni 2021 - Hellas '63 C2 kampioen in juni competitie!
12 april 2021 - Levend mastermind
10 september 2019 - Sterke 2e helft D2 word niet beloond

WhatsApp Image 2023-11-13 at 12.24.53

Recensie: Onverwacht van Rosa June

Meestal plaats ik hier schrijfsels van mezelf, maar vandaag wil ik een keertje iemand anders in de spotlight zetten! Een voormalig schoolgenootje van me. Ze heeft namelijk een verhaal ingestuurd voor de erotische verhalenbundel Hitsig Halloween en is uiteindelijk uitgekozen om in het boek te komen staan! Ze staat bekend onder het synoniem Rosa June.

Heel eerlijk was ik aan het begin nog een klein beetje sceptisch. Het is erg moeilijk om een sterk en mooi erotisch verhaal te schrijven. Het word misschien al snel te plat. Maar aangezien het om een maatje van mij ging wilde ik hem uit nieuwsgierigheid toch wel eens lezen en zo geschiede.

Recensie:
Onverwacht van Rosa June

Ik vond met name het begin iets te langdradig en traag op gang komen, maar naar mate ik verder las werd ik steeds verder het verhaal ingezogen. Naarmate het verhaal vorderde steeds meer met de twee hoofdpersonen mee te leven. De platheid waar ik aan het begin voor vreesde weet de schrijfster ver van weg te blijven. Het voelt in eerste instantie niet als een erotisch (of zoals de schrijfster het zelf noemt: steamy) verhaal. In mijn ogen is het vooral een verhaal over mensen die worstelen met bepaalde onzekerheden waar iedereen wel eens last van heeft.
Zonder gelijk te veel weg te geven, halverwege is er een bijzondere en mooie twist in het verhaal die ikzelf niet verwacht had. Maar als je met terugwerkende kracht terugdenkt aan de lange aanloop naar dit moment toe dan vallen alle puzzelstukjes in elkaar.
Misschien hadden de personages net iets meer uitgediept kunnen worden, maar het is uiteraard een kort verhaal waarin de aantal tekens beperkt zijn.
Al met al leest het lekker weg en geeft het een realistisch beeld van de seksualiteit van twee mensen die misschien niet tot de “standaard” behoren, maar zullen er misschien ook best veel herkenbare momenten in zitten.

Ik geef het verhaal een dikke acht, maar oordeel zelf!
Onverwacht van Rosa June is hier voor slechts €0,99 los te lezen als E-Book.
De hele verhalen bundel Hitsig Halloween van uitgeverij Miranda Hillers is voor €17,50 hier te bestellen.

WhatsApp Image 2023-08-30 at 16.05.25 (1)

Vikingen van de Lage Landen - Deel 5 (slot)

Van vrijdag 28 juli t/m zondag 6 augustus heb ik samen met een geweldige groep mensen een roadtrip gemaakt door Zuidwest-Zweden. Geen onbekend terrein voor mij, aangezien ik vorig jaar samen met Lisanne dit ook gedaan heb, weliswaar in een andere kortere route zodat we per locatie wat meer de tijd hadden om de omgeving te ontdekken. Waar we het vorig jaar nog via een reisbureau deden, hebben we dat dit jaar met de hele groep zelf gepland. De groep bestond oorspronkelijk uit negen mensen uit Nederland en België tussen de 22 en 35 jaar oud.
Helaas heeft uiteindelijk Lisanne door privéomstandigheden moeten afhaken, maar in alles wat we deden was ze er altijd een beetje bij en we hebben, als de hechte groep die we toen al waren, regelmatig contact met haar gehad tijdens de reis.
In deze blog zal ik de komende dagen/weken in delen verslag doen van onze avonturen in het land van de elanden, de blauwe meren en de Vikingen.
Dit is het verhaal van de Vikingen van de lage landen!

Eerdere delen: Deel 1 - Deel 2 - Deel 3 - Deel 4

Dag 8: Vittsjö

Het is stil in huis. Het loopt inmiddels tegen de middag en ik zit rustig te genieten van de gezonde, vegan, maar bovenal overheerlijke American pancakes die Lila die ochtend heeft gemaakt en voor de thuisblijvers heeft bewaard. De rest van de groep is al vroeg vertrokken om met zijn allen te gaan ziplinen. Alleen Ruben, Lotte en ik hadden daar niet zoveel zin in. Na het hiken van de vorige dag vond ik dat ik wel genoeg angsten had overwonnen voor deze week. En dus zit ik, terwijl de andere twee nog elders in het huis zijn, in alle rust van mijn verlate ontbijt te genieten. Ik staar wat voor me uit naar buiten. Het blauwe meer ligt er kalm bij. Het is schitterend weer. Een graad of 23 met een helderblauwe lucht.
Als Ruben en Lotte ook beneden zijn besluiten Ruben en ik naar het dorp te wandelen voor wat broodjes voor onszelf. Ook besluit ik een chocoladevoorraad aan te leggen van de heerlijke gevarieerde repen die ze alleen hier in Zweden verkopen om mee naar huis te nemen voor Lisanne. Als Ruben en ik onze buikjes vol hebben gegeten lopen we terug. Tijdens ons korte wandelingetje komen we al snel tot de conclusie dat Vittsjö niet zoveel heeft. Het dorp bestaat uit één winkelstraat met een kringloopwinkel, een supermarkt, een pizzeria en een treinstation. Terwijl Ruben besluit nog een stukje verder te wandelen loop ik in mijn eentje verder, terug naar het huis.
Samen met Lotte beleef ik daar misschien wel mijn rustigste dagje tot nu toe. We lezen, praten en zitten buiten in het heerlijke zonnetje. En zo komen we de dag wel door. Heerlijk rustig en helemaal zen.
De overgang is groot als in de avond de groep met grootse verhalen en een hoop blauwe plekken terugkomen van het ziplinen. Het huis zit weer vol leven.

Dag 9: Vittsjö – Kristianstad – Kopenhagen

Het is alweer onze laatste dag in Zweden. Aan het eind van de middag zullen we allemaal de grens weer overgaan naar Denemarken. Maar voor het zover is staan er nog wat leuke activiteiten op de planning. De groep word opnieuw in tweeën gesplitst. Vier van ons gaan nog een extra hike ondernemen. Zelf had ik samen met Lotte het idee opgepakt om bij Kristianstad wat kano’s te huren. Theo en Ruben besluiten zich ook bij ons te voegen. In Nederland hadden we al uitgezocht dat je hier een aantal kano’s kan reserveren die met een cijferslot waarvan je de code in je mail krijgt kan ontgrendelen.
In rap tempo vaar ik vooruit. Ruben volgt en vaart regelmatig naast me. Theo en Lotte liggen een stuk achterop te dobberen in hun tweepersoonskano. Ik vind het wel even lekker zo in mijn eentje op het water. Het doet mij erg denken aan vroeger, wanneer ik vaak met kanotochten meeging met mijn vader en zijn kanovereniging. “Ik word toch niet een oude, sentimentele man?!”
Als ik terugvaar naar de rest zijn Theo en Lotte druk in gesprek met een paar koeien in de wei naast het riviertje. We blijken nog een kleine drie kwartier over te hebben en besluiten terug te varen en bij de Max, een Zweedse variant van de McDonalds, te gaan lunchen.

Het is zover. De laatste kilometers in Zweden. Aangezien Theo de snelwegen nog op de navigatie had uitstaan leid deze ons door buitenwijken van Malmö voordat we bij de beroemde grensbrug komen die Zweden met Denemarken verbind. Na een korte tankbeurt net voor de grens rijden we in één ruk door naar Kopenhagen waar we uiteindelijk met zijn vieren aan het strand blijven hangen. De rest zit nog een stuk noordelijker, in Zweden.
We ontmoeten elkaar op een parkeerplaats aan de andere kant van Kopenhagen. Als we compleet zijn lopen we als één groep het festivalterrein van ‘Reffen’ op. Dit is een groot jaarlijks terugkerend streetfoodfestival aan de rand van Kopenhagen. We lopen langs de verschillende foodtrucks en komen zintuigen te kort. De heerlijke geuren komen ons tegemoet. Overal is wel wat te zien. Er is zoveel keus. Alle nationaliteiten lijken vertegenwoordigd. Van Italiaanse pasta’s en Amerikaanse burgers tot de meest exotische gerechten uit Aziatische, Zuid-Amerikaanse en Afrikaanse landen. Als iedereen bij een andere foodtruck wat te eten heeft gehaald ploffen we neer aan één van de grote houten tafels aan de achterkant van het terrein. We kijken uit over het strand en de zee. Aan de rand van het strand zijn op het kleine skatepark een aantal skaters een ware show aan het weggeven terwijl de dj volop zomerse muziek aan het draaien is. Tussen ons en de skaters in staan strandstoelen opgesteld en daarnaast is een ruimte vrijgemaakt als geïmproviseerde dansvloer. Wanneer de avond valt vallen ons de lange slingers met lampjes in alle kleuren van de regenboog ons pas echt goed op. Die avond eten, drinken en lachen we. Er word zelfs even voorzichtig gedanst. Voor zo ver je dat houterige heen en weer bewegen van mij dansen kan noemen. Er word zelfs een Hollandse polonaise ingezet door het voornamelijk Deense publiek. Ondanks mijn grote afkeer tegen alles wat te maken heeft met de Hollandse muziekscene, inclusief de polonaise, laat ik mezelf toch meesleuren door Marije.

Tegen half elf, wanneer de muziek stopt omdat het festival gaat sluiten lopen we met zijn allen nog één keer het strand op. Vanavond laat zullen we na een rit van een klein uurtje in Ringsted uitkomen, vanwaar we de volgende ochtend de lange terugreis naar Nederland zullen inzetten. Daar word nu nog niet aan gedacht. Nu denken we alleen maar aan de fantastische tijd die achter ons ligt. Die eigenlijk al begon in mei. In een parkje bij IJsselstein en ons een paar maanden later via Malmö langs de westkust van Zweden, naar het midden en weer terug naar het zuiden bracht tot op dit strandje in Kopenhagen. Onderweg hebben we talloze avonturen beleefd met elkaar. Angsten werden overwonnen. Er werd gelachen, gehuild, genoten en mooie herinneringen gemaakt. Er werden vriendschappen voor het leven gesloten. En nu we hier zo op het strand over het water aan het uitkijken zijn zien we aan de ene kant de lichtjes van Kopenhagen en aan de andere kant in de verte een klein stipje aan de horizon. Wat het precies zal zijn weten we niet, maar met een beetje fantasie zal dat best eens Zweden kunnen zijn. Het land van beren en elanden en mooie natuur vol met grote, groene bossen en helderblauwe meren. Het was al het land van Lisanne en mij en vanaf nu ook van Marije, Lotte, Ruben, Roel, Lila, Mariëlle en Theo. Dat mooie, schone land aan de andere kant van deze zee zal voor altijd het land zijn van De Vikingen van de Lage Landen.

Disclaimer:
Sommige namen zijn op verzoek, i.v.m. de privacy, aangepast. Verder is alles in dit verhaal waargebeurd en beschreven hoe ik het zelf beleefd heb.
Skäktefallet

Vikingen van de Lage Landen - Deel 4

Van vrijdag 28 juli t/m zondag 6 augustus heb ik samen met een geweldige groep mensen een roadtrip gemaakt door Zuidwest-Zweden. Geen onbekend terrein voor mij, aangezien ik vorig jaar samen met Lisanne dit ook gedaan heb, weliswaar in een andere kortere route zodat we per locatie wat meer de tijd hadden om de omgeving te ontdekken. Waar we het vorig jaar nog via een reisbureau deden, hebben we dat dit jaar met de hele groep zelf gepland. De groep bestond oorspronkelijk uit negen mensen uit Nederland en België tussen de 22 en 35 jaar oud.
Helaas heeft uiteindelijk Lisanne door privéomstandigheden moeten afhaken, maar in alles wat we deden was ze er altijd een beetje bij en we hebben, als de hechte groep die we toen al waren, regelmatig contact met haar gehad tijdens de reis.
In deze blog zal ik de komende dagen/weken in delen verslag doen van onze avonturen in het land van de elanden, de blauwe meren en de Vikingen.
Dit is het verhaal van de Vikingen van de lage landen!

Eerdere delen: Deel 1 - Deel 2 - Deel 3

Dag 6: Bäckefors

De week is alweer doormidden en zo ook onze roadtrip. Iets na tienen sta ik op en nadat ik rustig op mijn gemak gedoucht heb staan de andere drie mannen en Mariëlle al in de starthouding om naar het autokerkhof, net over de Noorse grens, te gaan. Een rit van meer dan een uur, wat ikzelf niet echt de moeite vind om naar een paar oude auto’s te kijken. In plaats daarvan ga ik met de overige drie dames kanoën in de Canadese kano’s die bij het huisje liggen en waarvan we vrij gebruik mogen maken. Een heerlijk tochtje op het meer volgt.
Halverwege meren we aan op een klein onbewoond eilandje. Afgezien van wat vakantiewoningen in de verte aan de rand van het meer is hier helemaal niks. Alleen maar ultieme rust, wat rotsen, vogels en eenden en vooral heel veel water. We eten wat, maken wat foto’s en genieten van de rust hier op ons paar vierkante meter grote privé eilandje.
De lucht word al snel wat dreigender. In de verte zien we een dicht en donker wolkendek onze kant op schuiven. We voelen ons opeens niet meer zo op ons gemak hier midden op het meer. Een blik op buienradar leert ons dat het straks waarschijnlijk los gaat barsten. Alleen regen is niet zo erg, maar stel je voor dat het ook nog gaat onweren? Dan wil je niet op het water zitten. Snel pakken we onze spullen in en gaan we terug in de kano’s zitten. We varen wat dichter langs de kant zodat, mocht het nodig zijn, we op tijd voet aan wal kunnen zetten om te schuilen. De lucht word donkerder en donkerder, maar vooralsnog blijft het droog. Als we uiteindelijk terugkomen bij de splitsing is het alleen nog een kwestie van het meer oversteken. Met de dreigende lucht boven ons misschien wel een klein risico, maar aan de andere kant als we door peddelen zijn we daar met een paar minuten wel. Uiteindelijk meren Marije en ik net op tijd aan bij de steiger en niet veel later volgen de andere twee meiden ook. We binden de boten weer vast en zitten net aan de overdekte houten picknicktafel die daar aan de rand van het meer staan of het begint inderdaad te regenen. Een echt harde regenbui blijft uit en onweer krijgen we al helemaal niet. Het is waarschijnlijk net langs ons heen gewaaid. Als het droog is durven we het zelfs nog aan om een frisse duik te nemen. Waar Marije aan het trainen lijkt voor de Olympische Spelen openwater zwemmen houd de rest het bij even snel er in en er weer uit.
De andere groep heeft ons laten weten dat ze pas in het begin van de avond terug zullen keren. Dus blijven we de rest van de middag met zijn vieren dicht bij huis, wat resulteert in veel grappige, mooie en fijne gesprekken. Terwijl de drie meiden na een uurtje nog even een stukje gaan wandelen, blijf ik nog wat in en rondom het huisje hangen om nog wat te schrijven over deze fijne dag.

Dag 7: Bäckefors – Vanersborg – Jönköping – Vittsjö

 Na zeven dagen onderweg te zijn geweest beginnen we het eindelijk te leren. Het vertrekken, en dan met name op tijd, begint eindelijk te lukken. Dat zal vandaag ook wel moeten, want vandaag staat de langste route binnen Zweden, met een tussenstop van een halve dag, op het programma.
Wanneer we nog even een groepsfoto hebben gemaakt met onze drie auto’s en de mooie natuur van Bäckefors op de achtergrond vertrekken we richting onze eerste stop in de omgeving van Vanersborg. In de omgeving van dit kleine stadje ligt het Ecopark Halle-Huneberg. Een groot natuurpark vol met wandel en fiets routes. Bovendien is dit ook één van de vele leefgebieden van de elanden. Er lag een plan om in de schemering hierheen te gaan omdat de kans op elanden dan een stuk groter is, maar dit is helaas door tijdgebrek niet gelukt. Maar verder zijn er natuurlijk nog genoeg andere avonturen te beleven hier.
Vol goede moed starten we onze hike. Na ongeveer een kilometer alleen maar omhoog te lopen blijven we op een open plek een paar minuten stilstaan om van het geweldige uitzicht te genieten. We kijken tot in de verte uit over een stadje dat volgens mij Vanersborg zou moeten zijn, maar helemaal zeker weten doe ik dat niet. We lopen verder. Over bospaadjes met uitstekende boomwortels en over gladde keien waar ik niet de enige ben die zichzelf af en toe moet vastgrijpen om niet uit te glijden. Na drie tot vier kilometer beginnen we na heel veel omhoog lopen aan de eerste afdaling. Stapje voor stapje zet ik mijn voeten neer op de juiste steen of stukje aarde om maar niet in één keer naar beneden te rollen. Al ben je zo natuurlijk wel een stuk sneller beneden. Eenmaal beneden  loopt het weer een stuk vlakker. In de verte hoor ik water stromen. Met elke meter die we ons verder verplaatsen word het geluid harder. Eerst was het een druppende kraan, maar nu ik dichterbij kom is het een behoorlijk grote hogedrukspuit geworden. Mariëlle loopt vlak naast mij en die ziet het net een seconde eerder dan dat ik het kan zien en wijst tussen de bomen door. Ik kijk nog eens goed en tussen de bomen door zie ik inderdaad een enorme metershoge waterval. Met grof geweld vallen liters en liters water de berg af naar het beekje beneden dat vlak voor onze voeten stroomt. Onze berggeit Theo was, uiteraard zou je bijna zeggen, al aan de zijkant van de waterval een behoorlijk stuk omhoog geklommen. Voor het eerst deze vakantie kan ik niet meer stoppen met fotograferen. Overal vind ik inspiratie voor weer nieuwe foto’s en andere invalshoeken. Uiteraard word er volop met Lisanne gebeld en foto’s en video’s uitgewisseld door vrijwel de hele groep. Dit was haar grote droom. De waterval zien.
Deze waterval, de Skäktefallet genoemd, midden in het bos is bovendien de ideale picknickplek. Als iedereen is uitgeklommen en genoeg foto’s heeft gemaakt nemen we plaats bij een kampvuurplaats die omringt is met houten bankjes om samen onze meegebrachte lunch op te eten.
Hoe fijn het hier ook is, uiteindelijk zullen we toch een keer bij ons volgende huisje moeten aankomen. En dus besluiten we om te vertrekken. Er zijn nog wel wat discussies over wat de beste route terug is, maar uiteindelijk ontdekken Lotte en Marije een pad dat ons terug moet leiden naar de auto’s. Wat ze er alleen niet bij vertellen is dat dit een behoorlijk pittige route is.
Nietsvermoedend loop ik achter de rest aan. Halverwege het pad blijven Mariëlle, Lotte en ik staan om op de Roel en Theo te wachten die de andere kant op waren gelopen. In de verte horen we Marije schreeuwen. “We kunnen hier doorheen, het is wel hoog, maar er is een ladder.” Vooral dat ene kleine woordje “hoog” bevalt me niets. Als iedereen weer bij is, volgen wij met zijn vijven ook de drie voorin. Terwijl Lila ons halverwege staat op te wachten zijn Ruben en Marije al boven. Ik krijg al last van mijn hoogtevrees als ik naar boven kijk. Maar toch laat ik me niet kennen en klim ik in een tempo waarmee ik mezelf verbaas de rotsen op. Ik roep net tegen Lila dat het eigenlijk best meevalt of de volgende uitdaging staat al voor mijn neus. Terwijl ik naast Lila op het kleine platformpje stap kijk ik omhoog en mijn hart slaat in mijn keel. Voor mij staat een steile rotswand en de enige manier om deze op te komen is een verroeste, gammel uitziende ijzeren ladder die verankerd met een paar kettingen tegen de rotsen aan staat. Lila gaat mij voor alsof het niets is en blijft bovenaan staan om mij met een kalme, rustgevende stem aan te sporen om ook omhoog te klimmen. Het is die stem die mij de moed geeft om door te gaan en treden voor treden klim ik steeds wat hoger. Ik sta op de op één na bovenste treden, maar wat nu? Nu moet ik dus met een grote stap overstappen op de rotsen. Met een uiterste krachtsinspanning zet ik mijn rechtervoet op de rots. Ik kan geen grip houden, ik durf niet. Angstig zet ik mijn voet weer terug op de opeens zo veilige ijzeren ladder. Onderaan hoor ik mensen roepen. “Kom op Jesse, je was er al, zet door, je kan het!” Boven me zie ik opeens als uit het niets een bruin gekleurde arm uitsteken. Ik doe een nieuwe poging. Ik grijp de arm vast en tot mijn verbazing zit er behoorlijk wat kracht in die slanke arm. Opeens sta ik naast Lila. Nat van het zweet en buiten adem, maar ook euforisch en vol adrenaline. Omdat Lila onze medereizigers ook nog even omhoog helpt, wat in mijn beleving een stuk sneller gaat, kan ik nog heel even bijkomen. En net als je alles denkt gehad te hebben staat er nog zo’n ladder voor onze neus. Bovenaan staan de twee fanatiekelingen die vooruit gingen al op ons te wachten. Opnieuw gaat Lila voor mij uit alsof het niks is. Ik volg met mijn inmiddels bekende mantra “niet naar beneden kijken, Jesse, niet naar beneden kijken.” Deze trap lijkt een stuk instabieler dan de vorige, maar dat blijkt maar schijn, want ook deze houd het prima. Eenmaal bovenin blijkt dit opstapje een nog grotere uitdaging dan de eerste. Om te beginnen moet ik nu eerst met mijn linkervoet afstappen en dat terwijl ik stijf rechts ben. Ook de afstand naar de rots lijkt wat groter. Opnieuw steekt Lila haar arm uit en wonder boven wonder lukt het mij om in één keer op de vaste grond te landen. Ik ben kapot en grijp naar mn knieën om uit te puffen. Mariëlle die vlak achter mij de trap op komt pakt mijn rugtas van mijn rug af en ik laat mezelf tegen de dichtstbijzijnde boom neer ploffen. Als ik weer opsta geeft iedereen elkaar high fives en complimenten. Ook ik word hierin niet overgeslagen, na het overwinnen van mijn grootste angsten. Even nog snel een foto een paar meter voor de afgrond waar we uitkijken over de bomen waar we kort daarvoor nog onder liepen. Het zal niet mijn charmantste foto zijn, volgens mij sta ik er op alsof ik zojuist overreden ben door een vrachtwagen, maar het kan me voor het eerst in mijn leven helemaal niets schelen hoe ik er nu uitzie.
We lopen verder. Nu lopen we bovenaan de waterval. Sommigen lopen richting de rand om de waterval nog eens vanuit een ander perspectief te kunnen bewonderen. Ik niet. Ik heb mijn portie hoogtes voor vandaag wel gehad. Nadat we dwars door de bosjes en langs het snelstromende beekje door het bos aan het lopen zijn komen we aan bij een brede weg die de twee helften van het bos van elkaar scheid. Twee van ons vinden het na een hike van ongeveer zes kilometer wel genoeg en besluiten terug richting de auto te gaan. Ik heb weer hernieuwde energie gevonden en nu ons geen beklimmingen meer te wachten staan zou ik nog prima door kunnen lopen. En dus beginnen we met zijn zessen aan onze wandeling richting het meer. Na een hike van in totaal ongeveer elf kilometer komen we terug op de parkeerplaats waar onze twee reisgenoten al een uur lang aan het badmintonnen zijn terwijl ze geduldig wachtten tot wij uitgewandeld waren.

Terwijl de andere twee auto’s al richting ons volgende huisje in Vittsjö aan het rijden zijn nemen Lila, Marije en ik een omweg naar het stadje Jönköping. In deze regio heb je veel steden waarvan de naam eindigt op “köping.” Dit zijn van oudsher handelssteden,  vergelijkbaar met de Hanzesteden in Nederland.
We zijn hier niet zonder reden, want we zijn opzoek naar een campingwinkel en die hebben we dan ook gevonden. Als de winkel gaat sluiten lopen we de winkelstraat verder uit en stappen een perzisch restaurant binnen. Terwijl de rest ergens onderweg een pizzeria zijn ingedoken zitten wij hier heerlijk uitgebreid te dineren. Dit is misschien wel de lekkerste maaltijd buiten de deur die we tot dusver genuttigd hebben, dus logischerwijs heb ik totaal geen spijt van deze keuze.
Na een rit van nog eens een paar uur komen we eindelijk aan in Vittsjö. Het is al pikkedonker, maar we laten ons tijdens een uitgebreide rondleiding van Lotte vertellen dat het uitzicht schitterend is. Verder is er een sauna, een grote eettafel, een groot balkon dat uitkijkt over het meer, een ruime zithoek en in de kelder bevind zich zelfs een sportruimte, compleet met fitnessapperatuur en pooltafel. Ook is er zelfs een zwembad aanwezig, maar deze is nog in aanbouw en daarom nog niet in gebruik. Opnieuw verbazen we ons over de type huisjes die we voor ons kleine budget allemaal krijgen voorgeschoteld.

Disclaimer:
Sommige namen zijn op verzoek, i.v.m. de privacy, aangepast. Verder is alles in dit verhaal waargebeurd en beschreven hoe ik het zelf beleefd heb.
Zonsondergang

Vikingen van de Lage Landen - Deel 3

Van vrijdag 28 juli t/m zondag 6 augustus heb ik samen met een geweldige groep mensen een roadtrip gemaakt door Zuidwest-Zweden. Geen onbekend terrein voor mij, aangezien ik vorig jaar samen met Lisanne dit ook gedaan heb, weliswaar in een andere kortere route zodat we per locatie wat meer de tijd hadden om de omgeving te ontdekken. Waar we het vorig jaar nog via een reisbureau deden, hebben we dat dit jaar met de hele groep zelf gepland. De groep bestond oorspronkelijk uit negen mensen uit Nederland en België tussen de 22 en 35 jaar oud.
Helaas heeft uiteindelijk Lisanne door privéomstandigheden moeten afhaken, maar in alles wat we deden was ze er altijd een beetje bij en we hebben, als de hechte groep die we toen al waren, regelmatig contact met haar gehad tijdens de reis.
In deze blog zal ik de komende dagen/weken in delen verslag doen van onze avonturen in het land van de elanden, de blauwe meren en de Vikingen.
Dit is het verhaal van de Vikingen van de lage landen!

Eerdere delen: Deel 1 - Deel 2

Dag 4: Varberg – Göteborg – Varberg

De bel gaat. Dit betekend in ons luxe onderkomen in Varberg niet dat er bezoek aanbelt, maar dat iemand de toegangscode bij de voordeur intypt. Vanuit alle hoeken van het huis springen de zeven Vikingen, inclusief ikzelf, op om een kort sprintje naar de voordeur te trekken. Wanneer deze open gaat en Lila voor de eerste keer voet zet binnen haar eerste verblijfplaats in Zweden barst er een luid gejuich en applaus los. We zijn eindelijk compleet!
Veel tijd om bij te praten is er niet, want de trein die we voor die middag geboekt hebben wacht niet op ons. Het is tijd voor ons aller eerste dagje uit als volledige groep.

Na een trein- en busrit van vijf kwartier komen we aan op Göteborg CS. Druk discussiërend wat we die dag in deze tweede stad van Zweden gaan doen lopen we richting het centrum. Hier spreken we af dat we rond een uur of zes vanavond weer afspreken en ieder ons eigen weg gaan. Terwijl het andere viertal snel de drukke winkelstraat in verdwijnen, loop ik met Mariëlle, Ruben en Lila richting het historische gedeelte van de stad. Onderweg hangen we de toerist uit met wat fotootjes aan de grachten bij de 400 jaar Göteborg bloemenboog. Het was ons alleen wel gelijk duidelijk dat deze bloemetjes waarmee de boog versiert was niet dagelijks water kregen, aangezien er al behoorlijk wat half verlepte exemplaren tussen hingen. We liepen door om uiteindelijk bij een grote kathedraal uit te komen. Dit was de Göteborgs Domkerk. Deze hoofdkerk van het bisdom van Göteborg uit 1815 staat aan de rand van het centrum en is inmiddels een enorme toeristische trekpleister geworden. Terwijl ik deze kerk vanaf de buitenkant op de foto wil zetten, lopen opeens onze vier andere reisgenoten door mijn beeld heen, die via een omweg op dezelfde locatie zijn uitgekomen. Een kort onderonsje volgt, maar al snel gaan we toch weer ieder ons eigen weg.
Met zijn vieren lopen we de historische straten door en duiken zo nu en dan een souvenirwinkeltje binnen. In de laatste van deze kleine winkeltjes vol met zoetigheid, magneetjes en T-shirts met elanden en Vikingen kopen we nog wat souvenirs voor onszelf of voor de thuisblijvers in Nederland voordat we verder lopen. Het centrum uit.
Na een paar honderd meter komen we aan bij een grote heuvel met een steile trap naar boven. We beklimmen de trap. Dat gaat de ene wat beter af dan de ander. Zodra we alle vier bovenaan staan en uitgepuft zijn kunnen we genieten van het uitzicht. We kijken uit over de stad. De hijskraan die boven alle daken uitkomt doet toch wel wat afbraak aan het uitzicht, maar toch blijven we hier nog even wat langer hangen om te kletsen en foto’s te maken. Van elkaar en van het uitzicht.
Na een tijdje besluiten we ons toch weer wat verder op te splitsen. Waar Lila en ik een terrasje willen gaan opzoeken nemen de andere twee een beslissing om de veertig minuten wandeltocht te overbruggen naar de Botanische Tuinen van Göteborg, net buiten het centrum.
Terwijl we met zijn tweeën druk kletsend terug richting het centrum lopen duiken we eerst nog een gitaarwinkel in vol met akoestische, maar ook heel veel elektrische Fender gitaren. De mooiste gitaren hangen achterin en de prijskaartjes vallen enorm mee. In Nederland ben je hier veel meer voor kwijt. Ik weet waar ik wezen moet als ik opzoek ben naar een nieuwe gitaar!
Na een tijdje ploffen we neer bij een bakkerij midden in de stad. We bestellen met zijn tweeën een kanelbrullar, een soort van Zweeds kaneelbroodje. Al is broodje misschien niet het goede woord in deze. Er word ons een enorm brood voorgeschoteld waar je met zijn gemak met zijn achten van kan eten. Als de rest van de groep zich bij ons voegt en we uiteindelijk compleet zijn nemen we meer dan de helft dan ook mee in een broodzak voor de volgende dag.

Het is maandagavond laat. Een deel van de groep is al in één keer vanaf het station naar huis gelopen. Ik loop samen met enkele andere reisgenoten de toeristische route, via het strand, terug. We praten nog wat bij over de avond die we nu alweer in rap tempo achter ons laten. Nadat we vertrokken bij de bakkerij zochten we een restaurant uit. Dit was nog niet zo gemakkelijk, aangezien bijna alles vol zat. Of zoals Roel met een hoog aangezet stemmetje zou zeggen “fully booked.” Uiteindelijk konden we toch, net buiten het centrum, terecht bij een sfeervol Steampunk restaurant waar we heerlijk hebben gegeten. Omdat we nog een uur tot onze bus ging moesten overbruggen zijn we daarna neergestreken in een café waar op dat moment net een liveband aan het spelen was. Vervolgens waren er vier die het briljante idee hadden opgepakt een paar elektrische steps te huren die overal in Zweden langs de weg staan en die te ontgrendelen zijn met een betaalapp. De overige vier vonden het prima en gingen die laatste vijf minuten gewoon lopen. Om een lang verhaal kort te maken; De wandelaars waren ver voor vertrek van de bus al aanwezig en zaten volledig in de stress dat de rest er nog niet was. Op het aller-aller-laatste moment kwamen onze reisgenoten aan bij het station en zo konden we net op tijd instappen. In de bus werd uitgelegd dat niet alle steps het deden en dat ze dus extra lang hebben gedaan om de steps van het slot te kunnen halen. Uiteindelijk kon iedereen er achteraf wel heel hard om lachen.
Na een bus- en treinrit van opnieuw vijf kwartier vol met mooie gesprekken en slap geouwehoer kwamen we terug in Varberg.
En nu lopen we hier. Nog één keer genieten van de zilte zeelucht, voordat onze karavaan de volgende dag zal verder trekken. Hier aan de kust, de Zweedse kust.

Dag 5: Varberg – Bäckefors

Als laatste van de drie auto’s rijd onze auto het smalle bospaadje op richting alweer ons derde verblijf. Terwijl we omhoog rijden zien we om ons heen niets anders dan groene bossen. Op het geronk van onze auto na, is het hier doodstil. De reden dat we wat later zijn is onze toeristische route. Behalve dat we alle snelwegen op onze navigatie van te voren al hadden uitgezet zijn we ook nog even off-road gegaan om bij een meertje uit te stappen en te genieten van de schoonheid, de frisse lucht en de rust van de Zweedse natuur. Als we bovenaan de heuvel komen zien we de andere twee auto’s al netjes naast elkaar geparkeerd staan.
De anderen praten ons bij en leiden ons rond. Op deze heuvel staan drie vakantiewoningen. Het middelste huisje is de grootste van de drie en voor ons. Het houten, typisch Zweedse, knusse huisje staat midden in de natuur. Behalve de andere twee huisjes die op gepaste afstand van het onze staan zien we zo ver we kunnen kijken alleen maar heuvels, bomen, bomen en nog meer bomen. In de verte vangen we een glimp op van water. In de bijbehorende schuur staan peddels en zwemvesten voor de bijbehorende roeiboot en Canadese kano’s die we vrij mogen gebruiken. Nog voordat de anderen mij kunnen volgen loop ik via een smal bospaadje naar beneden. Ik kom aan bij een opening in het bos. Met wat fantasie kan je het ook een één vierkante meter groot strandje noemen. Ik ga zitten en geniet van de ultieme rust. Zelfs het gekwebbel van mijn reisgenoten in het huisje hoor ik niet meer. Ik denk dat de bomen al het geluid dempen. Zo blijf ik hier voor me uit staren. Denkend aan niets. Het kalme water van het mooie, blauwe meer heeft een rustgevende werking op mij. Ik schenk zelfs geen aandacht aan de wespen of vliegen die af en toe zoemend om me heen draaien. Af en toe moet ik een mug van me afslaan, maar voor de rest doe ik niets, zeg ik niets en denk ik aan niets.
En dan word de rust bruut verstoord. Mijn reisgenootjes komen zich één voor één bij mij aansluiten. Ze vragen of ze er bij mogen komen zitten. Ik vind het prima, als ik hier nog langer zo was blijven zitten was ik waarschijnlijk in een diepe slaap gevallen. Langzaam aan ga ik weer mee in hun energie en enthousiasme.
Die avond hebben we op het terras een groot feestmaal met gebruik van de barbecue die bij het huisje hoort. De conclusie van iedereen is duidelijk. Het luxe huis met grote tuin in Varberg was mooi, maar er kan toch niks op tegen de omgeving van dit huisje. Hier in de vrije natuur, midden in Zweden.

Disclaimer:
Sommige namen zijn op verzoek, i.v.m. de privacy, aangepast. Verder is alles in dit verhaal waargebeurd en beschreven hoe ik het zelf beleefd heb.
IMG_8970

Vikingen van de Lage Landen - Deel 2

Van vrijdag 28 juli t/m zondag 6 augustus heb ik samen met een geweldige groep mensen een roadtrip gemaakt door Zuidwest-Zweden. Geen onbekend terrein voor mij, aangezien ik vorig jaar samen met Lisanne dit ook gedaan heb, weliswaar in een andere kortere route zodat we per locatie wat meer de tijd hadden om de omgeving te ontdekken. Waar we het vorig jaar nog via een reisbureau deden, hebben we dat dit jaar met de hele groep zelf gepland. De groep bestond oorspronkelijk uit negen mensen uit Nederland en België tussen de 22 en 35 jaar oud.
Helaas heeft uiteindelijk Lisanne door privéomstandigheden moeten afhaken, maar in alles wat we deden was ze er altijd een beetje bij en we hebben, als de hechte groep die we toen al waren, regelmatig contact met haar gehad tijdens de reis.
In deze blog zal ik de komende dagen/weken in delen verslag doen van onze avonturen in het land van de elanden, de blauwe meren en de Vikingen.
Dit is het verhaal van de Vikingen van de lage landen!

Eerdere delen: Deel 1

Dag 2: Vellinge – Hölviken – Malmö – Varberg

De wekker ging vroeg vandaag. Onze spullen zijn alweer ingepakt, we hebben ons allemaal vluchtig opgefrist en zitten nu stilletjes te genieten van ons geïmproviseerde ontbijt in de gemeenschappelijke woonruimte. Tijdens het ontbijt komt onze nieuwe Tsjechische vriend weer bij ons staan. Hij deed de vorige ochtend al erg zijn best om aan te pappen met ons en met één van de dames in het bijzonder en gaat hier de volgende ochtend vrolijk mee verder. Hij vertelt dat al zijn collega’s vanochtend al vertrokken zijn naar hun werk, maar dat hij een vrije dag heeft opgenomen om hier het grote feest van vanavond voor te bereiden omdat één van zijn collega’s vandaag jarig is. Hij drukt ons op het hart om na het ontbijt vooral niets op te ruimen. Dat zal hij wel voor ons doen. We bieden hem wat pruimen uit eigen tuin aan en wij krijgen als aandenken nog een plastic flesje gevuld met de drank van gisterenavond in de handen gedrukt. Terwijl onze Tsjechische vriend ons nog uitzwaait vanaf de parkeerplaats trekt onze caravaan verder.

Onze eerste stop van vandaag is bij het Fotevikenmuseum, ook wel Vikingmuseum, in Hölviken. Vorig jaar ben ik hier op het eind van de reis met Lisanne ook al eens geweest, maar we zijn toen niet heel lang gebleven en hadden al helemaal geen tijd voor een toer door een gids. Nu wel. Het zou een toer zijn van ongeveer drie kwartier, maar toen de Engelstalige gids eenmaal klaar was met haar introductie praatje over het museum en wat de toer inhield waren er inmiddels al twintig minuten verstreken. De gids, een jonge vrouw van halverwege de twintig met een kort, lichtbruin kapsel, praatte het honderd uit over de geschiedenis van de Vikingen terwijl ze ons door het kleine openluchtmuseum leidde. Voor een geschiedenis nerd als ik waren sommige van deze verhalen wel interessant, maar veel mensen waren al aan haar aandacht ontsnapt na haar veel te lange intro. Misschien was het daarom ook wel dat de grapjes die ze tussendoor probeerde te maken zo nu en dan behoorlijk doodvielen. Al leek ze er zelf nog wel het hardst om te kunnen lachen. En inderdaad na drie kwartier was de toer voorbij. Nu we meer wisten over dat lang niet alle Vikingen gewelddadige barbaren waren, maar de meesten van hen vreedzame burgers, konden we zelf dit middeleeuwse dorp met uitzicht aan zee ontdekken. De locatie was schitterend, maar ook historisch incorrect omdat, zo vertelde de gids eerder, de meeste Vikingdorpen wat verder van de kust verwijderd lagen, zodat er minder kans was op overstromingen. Elk dorp had vier poorten, voor elke windrichting één. Een ingang, een uitgang, één voor goederen die binnenkwamen en één voor afval; dingen of zelfs lijken waar de mensen van af moesten. Op deze manier wist de koning precies wie of wat er in zijn dorpen bevonden en kon hij de controle over zijn volk behouden.
Terwijl we verder liepen door het Viking dorp viel mij op dat het een stuk leger was dan het jaar daarvoor. Vorig jaar toen ik hier vluchtig met Lisanne liep, liepen er bij het eerste houten huisje ook een paar geitjes rond en waren er leuke kraampjes met middeleeuwse voorwerpen die je als souvenir kon kopen. Het gebrek hieraan deed wel wat af aan de sfeer van het museum. Het is zeker een leuk uitstapje voor een paar uur met het gezin of als je toevallig in de buurt bent, maar een tweede keer, ook nog eens in afgeslankte vorm, viel wat mij betreft toch een beetje tegen.

Vanuit het Vikingmuseum rijden we verder door naar de derde grootste stad van Zweden: Malmö. Het centrum van deze stad in het uiterste zuiden van Zweden bestaat vooral uit een aantal winkelstraten en enkele bezienswaardigheden. We ploffen neer op een terras en genieten van een uitgebreide lunch die voor sommigen van ons eigenlijk veel te veel is. Voor de prijs hoef je het in ieder geval niet te laten, want in tegenstelling tot wat de meeste mensen schijnen te denken is het niet erg duur hier in de restaurantjes. Eigenlijk is alles qua prijzen hier in Zweden hetzelfde als in Nederland. In de steden misschien wat duurder dan daar buiten. Alleen alcoholische dranken zijn hier een heel stuk duurder, dus kijk niet gek op als je voor een biertje in het restaurant zo elf euro betaald.
Aan het eind van de lunch begint het te regenen en besluiten we, na het zien op buienradar dat het in Varberg wel droog is, Malmö te verlaten en door te reizen naar ons verblijf voor de komende drie nachten.

Een paar uur later komen we aan in een zonnig Varberg. Dit kleine stadje ligt ten zuiden van Göteborg aan de westkust van Zweden. De toegangscode om het huis binnen te kunnen komen zou naar ons gemaild worden. We zouden er vanaf drie uur in kunnen. Dat is het inmiddels geweest maar we hebben niets meer dan alleen een reserveringscode. Wat nu? Na een aantal pogingen om de reserveringscode te gebruiken, wat rondjes om het huis, de tuin inlopen, bij buren aan te bellen en enkele telefoontjes waarin we geen gehoor krijgen zijn we ten einde raad. We kunnen er niet in. Wanneer ik samen met twee andere reisgenootjes op de loungebank in de ruime tuin ben neergeploft schrik ik me een ongeluk. Achter mij word opeens op het raam geklopt. Het is Roel, hij is binnen! De buren waren inmiddels thuis gekomen en nu de eigenaar in Australië zit houden zij een oogje in het zeil. De toegangscode had automatisch via de boekingswebsite naar ons toegestuurd moeten worden, maar dit was niet gebeurd. Uiteindelijk liep alles gelukkig met een sisser af en konden we ons onderkomen voor de komende dagen wat beter inspecteren.
De grote tuin met trampoline, veel bloemen en zelfs een eigen moestuin hadden we al gezien. We stappen via de glazen deuren binnen in de ruime serre waar een lange houten tafel staat met genoeg stoelen voor ons allemaal om ’s avonds aan te eten. Als we het huis via de achterdeur binnenlopen zien we recht voor ons de ingang van de ruime keuken waar we die dagen heerlijk kunnen koken. De rest van het huis bestaat uit nog een begane grond en twee verdiepingen met een ruime woonkamer, meer dan genoeg slaapkamers en meerdere badkamers met grote regendouches. Hier kunnen we ons de komende dagen wel vermaken. En dit alles voor een relatief laag budget.
Die avond eten we, na de zware lunch in Malmö, licht met een broodje en een soepje, deels gemaakt met de groenten uit de moestuin die bij dit huis hoort.
Na het eten willen enkelen zich nog opfrissen en gaan we uiteindelijk samen Varberg in. Via het strand en een parkeerplaats met veel dure auto’s met harde muziek, waar vooral de andere mannen erg van onder de indruk schijnen te zijn, komen we aan bij een aantal kroegen, nachtclubs en cafés. We ploffen uiteindelijk neer op een terras in het centrum waar we allemaal wat te drinken bestellen. Een perfect einde van een mooie eerste volledige dag in Zweden.

Dag 3: Varberg

Het is zondag. En je kan het met recht een luie zondag noemen. Na twee dagen vol met veel reizen, vele indrukken en nog meer reizen slaapt het merendeel van de groep heerlijk uit.
In de loop van de middag lopen we met zijn allen in slechts vijf minuutjes richting het strand. Hier waren we gisterenavond natuurlijk ook al, maar nu we bij daglicht aan het strand staan kunnen we voor het eerst van het uitzicht genieten. Terwijl drie van ons al direct rechts afslaan voor een wandeling loop ik met de rest van de groep de rotsen op om wat foto’s te maken. De Nederlandse toerist in optima forma. Telefoon of camera voor de neus en filmen en fotograferen maar! Terwijl het heerlijke zomerzonnetje in volle glorie boven ons aan het schijnen is kijken we uit over de Noordzee.  In de verte zien we aan onze linkerkant een kleine vuurtoren en aan onze rechterkant zien we een oude vesting. Het rotsachtige strand is al gevuld met mensen die van hun stranddagje aan het genieten zijn en er zijn zelfs een paar bikkels die het koude zeewater trotseren en een frisse duik nemen.
Na daar tien minuutjes te hebben rond gehangen beginnen ook wij aan onze wandeling. Het duurt niet lang of de berggeit in Theo komt naar boven en hij begint de rotsachtige duinen te beklimmen. Mariëlle volgt niet ver daar achteraan. Lotte en ik geloven het wel en blijven veilig met beide voetjes op de grond staan terwijl we maar blijven fotograferen. Onder andere van de twee klimfanaten bovenin. Het is ook niet voor niets dat vanaf dat moment Theo de rest van de vakantie door het leven zal gaan als ‘De berggeit.’ De enige juiste bijnaam voor hem. Na een wandeling van ongeveer zeven kilometer, waarin tussendoor bovenop de rotsachtige duinen ook nog even een spontane mini-fotoshoot gedaan moest worden, komen we met hier en daar een bruine of verbrande huid terug bij ons huis in Varberg. ’s Avonds staan we, nadat we eerst boodschappen hadden gedaan in een mega grote supermarkt waar je met gemak in kon verdwalen, met zijn drieën in de keuken om een heerlijk pastagerecht te bereiden. Uiteraard word daarin ook weer volop gebruik gemaakt van de groenten die in eigen tuin aan het groeien zijn.

Disclaimer:
Sommige namen zijn op verzoek, i.v.m. de privacy, aangepast. Verder is alles in dit verhaal waargebeurd en beschreven hoe ik het zelf beleefd heb.

Vikingen van de Lage Landen - Deel 1

Van vrijdag 28 juli t/m zondag 6 augustus heb ik samen met een geweldige groep mensen een roadtrip gemaakt door Zuidwest-Zweden. Geen onbekend terrein voor mij, aangezien ik vorig jaar samen met Lisanne dit ook gedaan heb, weliswaar in een andere kortere route zodat we per locatie wat meer de tijd hadden om de omgeving te ontdekken. Waar we het vorig jaar nog via een reisbureau deden, hebben we dat dit jaar met de hele groep zelf gepland. De groep bestond oorspronkelijk uit negen mensen uit Nederland en België tussen de 22 en 35 jaar oud.
Helaas heeft uiteindelijk Lisanne door privéomstandigheden moeten afhaken, maar in alles wat we deden was ze er altijd een beetje bij en we hebben, als de hechte groep die we toen al waren, regelmatig contact met haar gehad tijdens de reis.
In deze blog zal ik de komende dagen/weken in delen verslag doen van onze avonturen in het land van de elanden, de blauwe meren en de Vikingen.
Dit is het verhaal van de Vikingen van de lage landen!

De Voorbereiding

Het is begin mei 2023. Zenuwachtig kom ik in mijn kleine rode autootje de parkeerplaats van het parkje in IJsselstein opgereden. Helemaal fit ben ik nog niet, aangezien ik een dag van te voren nog ziek was, maar ik moet hier gewoon bij zijn. Al was het maar voor een half uurtje. Op de parkeerplaats zit Lisanne al op me te wachten. Naar eigen zeggen was ze erg vroeg en zit ze al ruim een half uur hier in het waterige voorjaarszonnetje op mij en de anderen te wachten. We geven elkaar een vluchtige knuffel en kletsen wat bij tot de eerste reisgenootjes zich bij ons zullen voegen.
Lisanne en ik hadden het idee opgepakt om een groepsreis naar ons eigen inzicht te organiseren naar Scandinavië. Alleen Zweden of ook Noorwegen en/of Denemarken daarbij te bezoeken was nog onduidelijk. Op onze oproepjes op de Facebook groep van reisgenootjes gezocht kwamen tientallen reacties binnen. Nadat we het kaf van het koren hadden gescheiden hebben we uiteindelijk een WhatsApp groep aangemaakt waarin zo’n vijftien mensen af en aan zouden deelnemen. Uiteindelijk zouden daarvan nog negen overblijven met wie wij nu, na duizenden appjes gestuurd te hebben, hier in het park een kennismakingspicknick zouden hebben.
Als iedereen uiteindelijke aanwezig is lopen we wat door het park op zoek naar een geschikte picknickplaats. Op een leeg grasveldje zetten we onze meegenomen picknicktafel en stoelen neer en al het lekkers dat iedereen heeft meegenomen word uitgestald. Er worden eerdere reiservaringen uitgewisseld, er word gegeten, gepraat en gelachen. Het is vanaf het begin al duidelijk: dit is een fijn clubje mensen. Hier wil je bij horen. Lotte ziet mij al wat met mijn aantekeningen spelen en neemt het voortouw. “Volgens mij wil je wat zeggen, Jesse?” Ik brand gelijk los. Ik had al wat voorwerk gedaan en we hadden drie mogelijke opties voor onze rondreis. Al snel werd duidelijk dat er een uitgesproken voorkeur was voor de route die ons alleen door Duitsland, Denemarken en Zweden zou leiden omdat de routes die ook door Noorwegen zouden gaan een dure boottocht bevatten en erg ambitieus waren voor de tien dagen die we hadden.

In de dagen en weken daarna zijn we van start gegaan met de voorbereidingen. Iedereen had zin in deze reis en dus had iedereen na de picknick volmondig ja gezegd tegen dit avontuur.
Het was niet altijd even makkelijk om de huisjes en andere dingen te regelen met zo veel mensen en meningen, maar uiteindelijk zijn we er wel uitgekomen. Tijdens een gezellige barbecue bij één van de groepsgenoten thuis zouden we voor de allereerste keer echt met zijn negenen zijn. De Belgische Lila, die eerder op de picknick niet aanwezig kon zijn, bleek erg goed tussen al die directe Nederlanders te passen.
Deze barbecue was bedoeld om in grote lijnen de laatste knopen door te hakken, maar nam een onaangename wending. Lisanne deelde mede aan de groep dat zij helaas niet mee kon naar Zweden. Je kon een speld horen vallen. En toen werd de stilte doorbroken door alleen maar lieve woorden. Hieruit bleek hoe betrokken en hecht deze groep nu al, na twee ontmoetingen en talloze app berichtjes, was. Het ontroerde mij. Ik was dit groepsgevoel niet gewend. Ik vond het erg moeilijk om deze reis zonder Lisanne te moeten voortzetten. Van Lisanne moest ik wel, maar op dit moment kwam voor het eerst de gedachte in mij op dat het met deze fijne mensen misschien nog wel zou gaan lukken ook om toch een geweldige tijd te hebben, daar in het mooie Zweden.

Dag 1: Harderwijk – Zwolle – Vellinge

De vorige avond kwam Roel rond half negen aan op station Harderwijk. Samen met mij zal hij deze ochtend naar Zwolle rijden waar we om zeven uur hadden afgesproken om onze gezamenlijke reis te starten.
Met slaperige oogjes ben ik de laatste spulletjes aan het pakken die ik de avond daarvoor nog niet kon inpakken omdat ik ze deze ochtend nog nodig had. Terwijl ik nog even snel de kattenbak verschoon is Roel in de keuken al wat broodjes voor onderweg aan het smeren. Hij is duidelijk meer een ochtendmens dan dat ik ben. Om tien over zes staat hij al in de startblokken om te vertrekken. Normaal ben ik de stresskip en nu doe ik alles heel rustig op mijn gemak en zeg ik tegen Roel dat we nog tijd zat hebben, het is immers maar een half uurtje rijden. Wat is hier aan de hand? Hoe kan ik zo vlak voor vertrek zo kalm en rustig blijven?!
Iets voor half 7 rijden we met de achterbak volgeladen de parkeerplaats af. Het ritje naar Zwolle gaat zo voorbij en voor ik het weet zijn we op plaats van bestemming.
Als we een paar minuten later compleet zijn en, na veel passen en meten, alle bagage zo in de twee auto’s gepropt zijn dat de zeven aanwezige Vikingen ook nog enigszins comfortabel in de auto’s kunnen plaatsnemen kunnen we iets voor half acht vertrekken. We zijn nog niet helemaal compleet, want Lila zal pas wat later aansluiten, maar voor ons is de reis nu echt begonnen!

De reis begint voorspoedig, maar zodra we de grens over zijn gaan we voor het eerst al de fout in. Allereerst pakken we met beide auto’s de verkeerde afslag naar Meppen. Er bleken er kennelijk twee te zijn. Vervolgens zien we in de achteruitkijkspiegels de andere auto opeens een volgende afslag nemen, terwijl wij, op instructies van de navigatie de snelweg blijven volgen. Terwijl wij in een goede vaart richting Bremen rijden blijkt de andere auto de toeristische route door Duitsland aan te hebben gehouden over provinciale wegen waar ze niet harder dan vijftig kunnen rijden door de vele tractoren op de weg.
We houden telefonisch contact en besluiten bij een wegrestaurant net voorbij Hamburg te gaan lunchen. Na een klein half uurtje sluit ook het andere viertal bij ons aan en gaan we met zijn allen wat eten op het terras van het wegrestaurant.

Na een reis vol met meeblehren met onze gezamenlijke playlist, het ene lied wat aangenamer dan de ander, en goede gesprekken en vooral veel plezier komen we rond half acht ’s avonds aan in Vellinge. Vellinge is een klein dorpje op zo’n twintig minuten ten oosten van Malmö, aan de Oostzee die Zweden scheid van Denemarken en Duitsland. We zullen hier een nachtje verblijven in een hostel net buiten het dorp. Het hostel was zo’n beetje het goedkoopste verblijf van deze reis en dat is te merken. Niet alles ziet er even mooi en schoon uit, maar het is prima voor een nachtje op doorreis. Elk van ons neemt de intrek in één van de drie aangewezen kamers en even later vertrekken we met zijn allen naar het dorpje Vellinge om daar een hapje te eten. Het is al na half negen als we uiteindelijk neerploffen op een terras van het restaurant. Veel keus aan eetgelegenheden was er niet, maar het eten smaakt ons prima. Zeker na zo’n lange reis en met het heerlijke zomerzonnetje dat hoog aan de hemel staat.
Na een kleine wandeling door Vellinge keren we terug naar ons hostel. Eenmaal daar is het een drukste van jewelste. Iedereen loopt in en uit en in de gezamenlijke keuken/leefgedeelte word volop eten gemaakt, gelachen en gedronken. Als ik uiteindelijk samen met mijn reisgenoten binnenloop zitten een aantal Tsjechische mannen luidkeels te praten en te drinken. Eén van de mannen spreekt ons in vloeiend Engels aan. Het blijkt de enige in de groep die überhaupt Engels spreekt en legt ons uit dat ze allemaal gastarbeiders zijn en voor enkele maanden hier verblijven om als een soort van zelfstandigen uiteenlopende klussen te doen. De man bied ons een drankje aan. Waar de meesten beleefd weigeren zijn er een paar binnen onze groep zo dapper om zich aan een shotje te wagen. De drank zit in een oude theepot en is zelf gebrouwen. Zodra de eerste druppels drank in de kleine glaasjes geschonken worden komt de spirituslucht je tegemoet. De man verteld ons die avond dat het een recept van zijn oma is en zij er 86 mee geworden is of was het toch 76? Het verhaal veranderd gedurende de avond.
En zo beleven we onze eerste avond in Zweden. In een hostel in the middle of nowhere tussen de Tsjechische gastarbeiders.

Video gemaakt bij aankomst Vellinge met telefoon van één van de Vikingen

Disclaimer:
Sommige namen zijn op verzoek, i.v.m. de privacy, aangepast. Verder is alles in dit verhaal waargebeurd en beschreven hoe ik het zelf beleefd heb.
Vikings

Kort verhaal: Dromen door de tijd

Een paar maanden geleden heb ik een kort verhaal geschreven voor een verhalenwedstrijd met als thema tijdrijzen. Helaas ben ik uiteindelijk niet bij de beste 20 gekomen die uiteindelijk in een boek zouden worden gepubliceerd. Maar natuurlijk wil ik hem jullie niet onthouden en dus publiceer ik hem nu exclusief op mijn site! Veel leesplezier!

Dromen door de tijd

Met een doffe plof laat ik me op mijn bed vallen. Het heerlijke gevoel van het moment wanneer mijn hoofd in contact komt met die heerlijke zachte, koele kussens. Het was weer een drukke dag. Hard werken voor weinig geld, iedereen moest wat van mij en ik had geen moment rust. Maar nu wel. Mijn ogen worden steeds zwaarder en het duurt niet lang voordat ze gesloten zijn.

Ik open mijn ogen en ben in een compleet andere wereld. Het is voor mij elke keer weer een vraag waar ik terecht kom. Ik kan het niet sturen. Ik neem de kamer eens goed in me op. Mijn moderne slaapkamer heeft plaats gemaakt voor een houten hutje. Het houten bed waarop ik zojuist wakker ben geworden staat in dezelfde ruimte als een kleine houten eettafel met twee gammele stoelen. In de hoek van de kamer liggen wat oude potten en pannen en naast mijn bed liggen wat oude kledingstukken. Ik loop naar het gat in de muur toe wat dienst doet als raam. Buiten zijn tientallen mannen en vrouwen al hard aan het werk terwijl hun kinderen er gillend en lachend daar tussendoor aan het rennen zijn. Ik ruik de zilte geur van de zee en terwijl ik over de hoofden van de mensen heen kijk, zie ik nog net de masten van iets wat een enorm schip moet zijn. Terwijl ik probeer te bedenken waar en vooral wanneer ik ben, lopen er twee potige mannen langs met schilden en zwaarden in hun handen en imposante helmen met grote hoorns op hun hoofd. Opeens valt het kwartje. Ik zit in het Noord-Europa van de vroege middeleeuwen. Het tijdperk van de Vikingen!
Vluchtig pak ik de kleding van de grond, kleed me aan en loop naar buiten. Overal om me heen zijn mensen aan het werk. Vrouwen die boven een vuurtje aan het koken zijn. De heerlijke etensgeuren die mij tegemoet komen worden al snel verdreven door de vieze indringende zweetlucht van een groep mannen die zware kratten richting het strand brengen. Ik loop op gepaste afstand achter het groepje mannen aan. De krijsende zeemeeuwen verraden al dat we de zee naderen nog voordat ik hem zie. Aan de kust liggen enkele sloepen en in de verte ligt een gigantisch schip voor anker, met daar achter tientallen wat kleinere schepen. Opeens draait één van de mannen zich naar mij om. Hij is misschien maar 1.60 meter lang, maar zijn stoere uitstraling en volle bruine baard doen hem bijna drie meter lang lijken. Hij roept wat in een taal die ik eerst niet kan plaatsen. Maar dit zou waarschijnlijk Oud-IJslands moeten zijn. De taal van de Vikingen. Opeens draaien de andere Noormannen zich ook om en kijken mij stuk voor stuk dreigend in de ogen aan. Ik keer me snel om, om het op een lopen te zetten, maar na één stap bots ik tegen iets op wat wel een blok beton lijkt. Maar dit blok beton beweegt en maakt geluid. Als ik langzaam overeind probeer te krabbelen voorkomt een sterke voet op mijn buik dat ik ook maar een centimeter in beweging kan komen. Opnieuw wat woorden in die onbegrijpelijke taal. De andere Noormannen zijn inmiddels dichterbij gekomen. Ik krijg bijna geen lucht door de voet die op mijn buik rust. Eindelijk! Mijn buik is van die voet verlost. Terwijl ik nog naar adem aan het happen ben, word ik door twee man sterk omhoog gehesen. Ik kom oog in oog te staan met mijn belager. Opnieuw wat onduidelijk gebrabbel. Maar één woord kan ik hier wel uit halen. Na enkele zinnen hoor ik iets dat klinkt als “Knut.”
Met grof geweld worden mijn armen op mijn rug gebonden en word ik in één van de sloepen gezet. Bij mij komt een handje vol Vikingen zitten. Ik krijg een blinddoek om. Ik kan geen kant op. Zeker niet wanneer ik de sloep voel schommelen en we in rap tempo het vasteland verlaten.

Als mijn ogen aan het donker zijn gewend kijk ik eens goed om me heen. Ik zit onder in het ruim van het schip. Ik zit in een kaal hok met tralies er voor. Als ik daar doorheen kijk zie ik grote vaten en kratten vol met voedsel, drank en munitie. Het moge duidelijk zijn dat ze zeer binnenkort gaan uitvaren. Die conclusie wordt versterkt door de bedrijvigheid en lawaai die ik boven mij hoor en de mannen die zo nu en dan binnen komen lopen. Enkele druppels zweet glijden over mijn rug langzaam naar beneden. Puur angstzweet. In deze tijd waren tochten over zee zeker niet zonder gevaar. Tijdens mijn vorige reizen heb ik al in veel benauwde situaties gezeten. En ik ben meer dan eens gewaarschuwd. Alles wat er hier met mij gebeurd heeft ook effect op mijn lichaam in de eenentwintigste eeuw.
“Goed, Jesse, verman je. Kijk om je heen, wat hoor, voel en zie je?!” Net als ik de focus weet terug te krijgen voel ik dat we in beweging komen. Het schip schommelt hevig en enkele kratten beginnen behoorlijk te rammelen. We zijn vertrokken. De open zee op.
Na iets wat uren lijkt te duren komen er twee brede, gespierde zeelieden binnen gelopen. Pas op het moment dat ze wat dichterbij komen, valt het mij op dat ze als twee lijfwachten een wat slanke, jongeman van amper twintig jaar afschermen. Ondanks zijn jonge leeftijd komt hij oud en zelfverzekerd over, alsof hij in zijn jonge leven al heel wat heeft meegemaakt. Dit is duidelijk zo’n man waarmee je geen ruzie moet krijgen. De twee lijfwachten stellen zich ieder op gepaste afstand achter de jongen op terwijl hij de deur van mijn cel opent en vlak voor mij komt staan. Weer dat gekke taaltje. In mijn beste Engels probeer ik uit te leggen dat ik hem niet versta. Dat was een kapitale fout. Als één man trekken beide kleerkasten achter de man twee levensgrote zwaarden tevoorschijn die ze op mij richten. De jongeman blijft rustig en beheerst, maar zijn blik staat op onweer. Hij zegt in gebroken middeleeuws Engels iets wat verdacht veel lijkt op “English spy?” Ik weet bijna niet wat ik moet zeggen, behalve: ”No, no, I’m Dutch. I’m from the future" wat natuurlijk belachelijk klinkt. Wie zou mij geloven? Als ze me überhaupt al begrijpen. De man weet ook niet wat hij met mij aan moet, haalt zijn schouders op, zegt wat tegen zijn bewakers en loopt zonder verder wat te zeggen weg. Voordat de bewakers de deur weer sluiten gooit één van de mannen me iets toe wat nog het meest lijkt op een stuk droog brood dat al vijf dagen op het schip heeft gelegen en zet de ander een kom water neer. Een goed teken, dat betekent dus dat ze nog niet van plan zijn me te doden. Voorlopig.

Vele dagen gaan voorbij. Ik verlies alle besef van tijd. Ik weet dat de tijd hier anders werkt. Ik kan soms wel jaren weg zijn en vervolgens in mijn bed wakker worden om er achter te komen dat er slechts één nacht voorbij is gegaan. Het enige waar ik me aan vast kan houden is dat er regelmatig een zwijgzame Viking binnenkomt om me wat smakeloos eten met een verse kom water komt brengen en de schaal waarop ik mijn behoefte moet doen te verschonen. Ik begin al een aardige baard te krijgen. Bijna net zo ruw en vol als die van mijn gastheren op dit schip. De Jongeman heb ik niet meer gezien. Wat is hun plan? Wat staat er met mij te gebeuren? De onzekerheid, de eenzaamheid, het maakt me langzaam aan gek.
Op een dag komt een Viking die ik niet eerder hier nog gezien heb me voorzien van mijn dagelijkse portie water en voedsel. Bij het weglopen valt er iets uit de zak van de vodden wat door moet gaan voor zijn kleding. Zodra hij weg is, steek ik mijn hand door de tralies om het te pakken. Het is een vergeeld stukje oud soort papier vol met lijnen en tekens. In de hoek kan ik nog net een stukje van een plaatsnaam lezen; "…langdon", er begint bij mij niet gelijk een belletje te rinkelen.
De tijd verstrijkt verder. Soms liggen we stil in één of andere haven. Dan hoor ik uren en soms zelfs dagenlang geschreeuw, kanonschoten en ander lawaai aan de andere kant van de dunne muren. En daarna volgt vrijwel altijd een feest met luid, dronken gezang. Soms komt er dan een man naar mijn eenpersoonskamertje die het leuk vindt mij te bespotten, uit te dagen of zelfs te slaan of te schoppen. Heel af en toe krijg ik in de ruimte naast mij gezelschap. Maar de in verscheurde, rode uniform geklede heren die er bijna altijd meer dood dan levend uitzien, blijven nooit lang. Na vele weken, misschien wel maanden, wanneer ik de moed al lang heb opgegeven dat ik hier ooit nog levend weg kom, word ik vroeg in de ochtend gewekt door een paar buitenzinnige Vikingen met een grote pul bier in hun hand en luid zingend. Ik veeg de slaap uit mijn ogen. “Daar gaan we weer” denk ik hardop. Maar tot mijn verbazing slepen ze me mee naar buiten. Niet hardhandig, maar gewoon aan mijn hand, alsof ik hun vriend ben en ze me niet al die tijd als stront behandeld hebben. Mijn voeten kunnen me amper dragen na al die tijd op een paar vierkante meter. Natuurlijk heb ik in mijn cel enkele oefeningen gedaan die ik me nog kan herinneren uit de sportschool, maar dat is anders dan nu opeens vanaf de boot naar het vasteland zelfstandig te moeten lopen. Eenmaal op het vasteland zak ik bijna ineen. We lopen, of in mijn geval strompelen, zo verder. Ik tussen de twee mannen in. Naarmate we steeds verder lopen moeten we al slalommend om de lijken heen lopen. De straten zien rood van het bloed. Ik herken enkele Vikingen die ik eerder ontmoette aan boord van het schip. Maar de overgrote meerderheid hebben harnassen of weer die herkenbare rode uniformen aan. De meesten hebben amper de leeftijd van twintig jaar bereikt. In de verte zie ik enkele mannen een Britse vlag naar beneden halen. Eindelijk vallen alle puzzelstukjes in elkaar. In mijn hoofd som ik de feitjes op die ik vroeger met geschiedenisles geleerd heb.
De jongeman aan het begin van onze reis was Knoet de Grote. In het jaar 1016 veroverde hij op eenentwintig jarige leeftijd definitief Engeland en werd hij niet alleen koning van Denemarken, maar ook van Engeland. Het bloedbad dat we nu doorkruisen moeten de restanten zijn van de slag bij Ashingdon. Of de Vikingen al zijn doorgedrongen tot in Ashingdon of dit pas het begin is om later verder op te stomen is voor mij nu nog onduidelijk. Later zouden Knoet en zijn machtige Vikingenleger ook nog Noorwegen veroveren om niet veel later in Engeland in het jaar 1035 te overlijden.

Eenmaal in het dorp word ik opgeknapt en in een gammele koets, voortgetrokken door enkele grote paarden, gezet. Waarschijnlijk geplunderd van de Britten. Naast en tegenover mij krijg ik gezelschap van vier zwaar aangeschoten Vikingen. Ik ga zowat over mijn nek van de mengelmoes van geuren van alcohol, opgedroogd zweet en gestold bloed. Terwijl ik mijn adem in probeer te houden om mezelf te beschermen tegen de geuren, brengt de koetsier de koets aan het rijden.
Later komen we aan in wat onmiskenbaar Ashingdon moet zijn. Als we aankomen zijn een aantal mannen de gevallen slachtoffers al aan het verzamelen. Ik zie zelfs een priester tussen de doden rondlopen en opeens herinner ik me dat Knoet niet alleen koning en Viking was maar ook erg goed bevriend met de Romeinse kerk.
Ik word de koets uit begeleid, naar het dorpsplein waar al een podium staat. Ik word in het aangrenzende gebouw in een lege kamer gezet.
Na enkele uren word ik opgehaald. Het plein is inmiddels volgestroomd met een enorme mensenmassa. Op het podium staan al drie sjiek geklede mannen met ieder een eigen bewaker. Het is wel duidelijk dat dit Britse hoge heren zijn die het vechten en harde werk aan de armere lieden hebben overgelaten. Sommige dingen zijn nu eenmaal van alle tijden. Voor de drie mannen staat een enorme galg met vier stroppen. Op het moment dat het besef komt wat ze van plan zijn begin ik mezelf proberen los te wringen, maar ik maak geen schijn van kans tegen de sterke Noorman die mij vasthoudt. Zeker niet nu ik zo ondervoed en uitgeput ben. De vierde, nog lege plek, is voor mij en ik word gedwongen om daar plaats te nemen. Uit een deurtje achter het podium komt de jongeman van de eerste dag, Knoet weet ik nu, tevoorschijn gelopen. Een luid gejuich vanuit de menigte. Ook hij is niet helemaal ongehavend uit de strijd gekomen. Maar als hij het podium opklimt heeft hij een grijns van oor tot oor. Hij begint te speechen. Opnieuw een woord wat weer verdacht veel lijkt op het Engelse woord “spy” en als hij klaar is juicht het publiek als nooit tevoren en doet hij uiteindelijk een stap opzij.
De eerste man wordt naar voren geduwd. Er komt een grote Viking het podium opgelopen. Zijn armen zijn bijna net zo breed als mijn volledige, vermagerde lichaam. De beul. De eerste Brit wordt onder de strop gezet. Het publiek houdt als één man de adem in. De nieuwkomer zorgt dat het touw goed om de nek van de arme man vast zit. Ik durf niet te kijken en hou mijn ogen stijf dicht. Ik ben zo duizelig dat ik zowat door mijn benen zak. Opeens hoor ik het geklepper van een luikje in het podium dat opengaat gevolgd door een zachte knak van een nek die breekt. Opnieuw een luid gejuich. Niet veel later wordt dit ritueel herhaald. Maar voordat de derde man aan de beurt is, hoor ik de stem van Knoet weer, gevolgd door luide voetstappen op het hout. Mijn bewaker zet een stap achteruit. Knoet pakt mijn hoofd stevig vast en drukt mijn hoofd omhoog en dwingt me te kijken naar de man naast mij. Ik knijp mijn ogen dicht en als antwoord daarop krijg ik een harde trap in mijn knieholte. Ik schreeuw mijn longen uit mijn lijf en open mijn ogen. Op dat moment geeft Knoet een klein knikje naar de beul en laat deze het luikje onder het podium klapperend opengaan. De man hangt daar nog wat na te spartelen voordat hij uiteindelijk zijn laatste adem uitblaast. Terwijl ik naar de drie dode mannen, bungelend aan een touwtje, kijk houd ik het niet meer en gooi ik de weinige inhoud van mijn maag over het houten podium. Een deel daarvan belandt vlak voor de voeten van Knoet. Het publiek giert het uit. Knoet veegt wat stukjes half verteerd eten van zijn schoenen en met een brede grijns op zijn gezicht spreekt hij twee woorden. Ik hoef geen Oudijslands te spreken om te snappen wat hij zegt. “Hang hem op.” Mijn bewaker dwingt me naar de galg. Elke stap lijkt wel een uur te duren. Uiteindelijk sta ik daar. Dit was het dan, zo kom ik aan mijn einde. In de vroege middeleeuwen op een plein in een Engels dorp. Grote handen brengen het dikke touw rond mijn nek. Het touw snijdt lichtjes in mijn keel wanneer deze strak wordt aangetrokken. De beul loopt richting de hendel die mijn doodvonnis zal betekenen. Als hij deze hendel overhaalt zal het luik open gaan en is het gedaan met mij. In de verte hoor ik opeens een “piep” maar ik besteed er verder geen aandacht aan. De hendel wordt overgehaald. Mijn leven flitst aan mij voorbij. Mijn moeder, mijn vrienden, mijn katten… De hendel is al bijna op het eind. Het luik gaat open…

“Piep, piep, piep…” Badend in het zweet zit ik rechtop in mijn bed. Mijn zachte, warme bedje in mijn ruime, stevige slaapkamer op de eerste verdieping. Geen gammele hutjes of schommelend schip. Dat was op het nippertje. Net op tijd gewekt. Ik druk de wekker uit en zie dat het al half acht in de ochtend is. Buiten fluiten de vogeltjes boven het geluid van het drukke ochtendverkeer uit. Ceasar springt direct bij me op bed zodra hij doorheeft dat ik wakker ben. Ik geef de lieve, grote kater een aai over zijn kopje. Ondertussen vervloek ik het moment dat ik als zestienjarige, naïeve jongen in aanraking kwam met Klaas Vaak, al noemt hij zichzelf liever De Zandman. Niet de Klaas Vaak die je misschien wel kent uit de kinderverhalen. Nee dit is de echte Klaas Vaak. Een manipulatieve God van de dromen die zijn eigen regels heeft. In ruil om zijn bestaan en identiteit geheim te houden gaf hij mij een "gift", voortaan zou ik via mijn dromen door de tijd kunnen reizen. Dankbaar nam ik zijn cadeau in ruil voor mijn discretie aan. In het begin was dit nog wel leuk. Ik heb iconische personen uit de geschiedenis kunnen ontmoeten en zelfs nog een keer op bezoek bij Oma kunnen gaan. Maar al snel werden de dromen duisterder. Ik kwam in vele oorlogen en natuurrampen terecht. En zoals De Zandman mij waarschuwde: verwondingen die ik in het verleden oploop, neem ik mee terug naar het heden. De rode striemen in mijn nek, pijnlijke benen en vele blauwe plekken van mijn laatste avontuur zijn hier het bewijs van. Ik heb De Zandman nadien nooit meer gezien. Maar de dromen bleven. Zelfs nu nog, negentien jaar later. Straks ga ik gewoon weer mijn leven leiden. Een hele dag op kantoor en als ik ’s avonds thuis kom koken, eten en TV kijken. Dan zal ik opnieuw uitgeput op mijn bed neerploffen. Nu maar hopen dat ik die nacht ook weer zal overleven.

Auteur: Jesse Ruiter
Datum: 17 april 2023
Afbeelding: Ter illustratie, genomen op 14 augustus 2022  in het Fotevikenmuseum te Holviken, Zweden door Jesse Ruiter.

Copyright 2023 JR Design & Photography ©  All Rights Reserved