Vervolg op: Cursus Creatief Schrijven: Week 3-4
Na een weekje rust hervatten we op 30 november weer vol frisse moed onze cursus. De komende week stond in het teken van 'see, dont tell' of zoals Machtelt het graag noemde: "see and tell"
De opdracht was simpel. Beschrijf een setting of gevoel zonder het letterlijk te benoemen. Met deze verhalen techniek kan je net wat meer spanning opbouwen in je verhaal. Om dit te oefenen kregen we de opdracht om tijdens de les een kort verhaal te schrijven met als titel 'Een gezellig feestje' zonder de woorden 'gezellig' en 'feestje' of een synoniem daarvan te benoemen.
Opdracht 6: Het was een gezellig feestje
De harde muziek dreunt door mijn lichaam heen. Overal om me heen hoor ik mensen, lachen, praten en simpelweg plezier hebben. Zelf zit hier op de stoel. Met klamme handjes knijp ik de leuning fijn. Mijn vriend vraagt of het nog met mij gaat. Er komt een droge “ja” uit terwijl een nieuwe golf van duizeligheid door mijn lichaam heen schiet. Ik maak mezelf al lang niet meer druk om mezelf. Des te meer of ik anderen niet tot last ben met mijn gedoe.
Iemand tikt me op mijn schouder. Geen idee wie. Hij begeleid me aan mijn arm naar buiten. Naar de auto, waar mijn moeder staat te wachten om me mee naar huis te brengen.
Mijn klasgenoten zouden me later vertellen dat het een heel gezellig feestje was.
Na deze opdracht was het tijd voor de thuisopdracht van deze week. We kregen de personages, achtergrond en setting van Machteld cadeau. Voor de rest moesten we zelf invulling geven aan een kort verhaal waarbij we de techniek van 'see, don't tell' toepasten.
Opdracht 7: Huisje in het bos
Starend kijk ik over het bevroren water de leegte in. In de verte gebeurt van alles. Achter het dichtbegroeide bos komt de zon langzaam op. Vroeger kon ik zo genieten van dit tafereel. Het lukt me niet meer. Nu zie ik alleen maar duisternis. Duisternis voor me, achter me, overal rondom me heen. Het is alweer een jaar geleden, maar het voelt als gisteren. Ik zie haar nog spartelen. Vechtend tegen het ijskoude water. Ik zat op dat moment op de veranda van ons kleine huisje hier midden in de Luxemburgse Ardennen. Ik rende naar haar toe, maar ik was te laat. Toen ik met mijn voeten in het water stond was er geen luchtbelletje meer te zien. Toch sleepte ik haar het water nog uit en probeerde ik haar in alle paniek nog te reanimeren. Tevergeefs.
Een aantal jaar geleden zijn we hier met zijn drieën naar toe verhuist vanuit de drukke stad. De boswachter voor mij ging met pensioen en ik kon zijn functie overnemen. Tegelijkertijd konden mijn moeder en Petter van hun oude dag genieten in de vrije natuur. Ze zouden gaan trouwen. Ik vond dit erg bijzonder. Na je zestigste toch nog het geluk en de liefde vinden bij elkaar. We genoten met volle teugen van ons nieuwe leventje.
En nu? Nu is er niks meer. Alles veranderde na dat drama van precies een jaar geleden.
De kille wind lijkt mijn naam te fluisteren: “Walter, Walter!” Het brengt mij terug in de wereld van het hier en nu. Ik hoor nog steeds mijn naam roepen. Het blijkt niet de wind te zijn maar Petter die opeens uit het niets naast me blijkt te staan. “Blijf hier niet staan jongen. Ik heb het je al duizend keer verteld. Jij kon er niks aan doen. Het was een stom ongeluk. Ze gleed uit. De stroming was te sterk. Het water te koud. Kom mee naar binnen, ik heb wat soep gemaakt om op te warmen.”
Met lichte tegenzin laat ik me mee nemen door Petter. Uiteindelijk doet Petters zelfgemaakte soep wonderen. Verwarmd door de heerlijke groentesoep halen we gelukzalige en grappige herinneringen op aan mijn lieve moeder. Alweer een jaar van ons ontnomen, maar eigenlijk nooit echt weg geweest.